NJB 2012/2119
Cassatie in het belang der wet. Overgangsrecht omtrent art. 14fa Sr inzake voorlopige tenuitvoerlegging van voorwaardelijk opgelegde vrijheidsstraffen. De invoering van de regeling in art. 14fa geldt niet als een wijziging van wetgeving wat betreft strafbaarstelling of strafbedreiging. Toepassing van art. 14fa Sr brengt als zodanig ook geen wijziging in de aard en de maximale duur van de mogelijk ten uitvoer te leggen straf. Onmiddellijke toepassing van deze bepaling is daarom niet in strijd met het legaliteitsbeginsel in art. 1 Sr en in art. 7 EVRM
HR 25-09-2012, ECLI:NL:HR:2012:BX5063
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
25 september 2012
- Magistraten
(A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, J. Wortel en N. Jörg)
- Zaaknummer
12/03896 CW
- LJN
BX5063
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Mensenrechten
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BX5063, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑09‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BX5063, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 25‑09‑2012
- Wetingang
(Sr art. 1 en 14fa; EVRM art. 7)
Essentie
Cassatie in het belang der wet. Overgangsrecht omtrent art. 14fa Sr inzake voorlopige tenuitvoerlegging van voorwaardelijk opgelegde vrijheidsstraffen. De invoering van de regeling in art. 14fa geldt niet als een wijziging van wetgeving wat betreft strafbaarstelling of strafbedreiging. Toepassing van art. 14fa Sr brengt als zodanig ook geen wijziging in de aard en de maximale duur van de mogelijk ten uitvoer te leggen straf. Onmiddellijke toepassing van deze bepaling is daarom niet in strijd met het legaliteitsbeginsel in art. 1 Sr en in art. 7 EVRM
Uitspraak
Inleiding:
De wettelijke basis voor de in deze zaak gedane vordering ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.