V-N 2022/45.5
Uitspraak hof inzake box 3 was volgens A-G in lijn met nadien gewezen arrest
HR (A-G) 25-08-2022, ECLI:NL:PHR:2022:763, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
- Datum
25 augustus 2022
- Zaaknummer
22/01334
- Conclusie
A-G Niessen
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS673411:1
- Vakgebied(en)
Inkomstenbelasting / Vermogensrendementsheffing (box 3)
Belastingrecht algemeen / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:127, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑02‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:763, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑08‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑04‑2022
- Wetingang
Essentie
Advocaat-Generaal Niessen concludeert dat de aan X opgelegde IB-aanslagen niet te hoog zijn en dat rechtsherstel niet nodig is. Het oordeel van het hof is in overeenstemming met de rechtspraak van de Hoge Raad.
Samenvatting
X is het niet eens met de door hem verschuldigde box 3-heffing. Voor het jaar 2017 bedraagt de belastingdruk 487%. Hij is dan ook van mening dat de box 3-heffing in strijd is met art. 1 EP EVRM. Hof Amsterdam oordeelt dat de box 3-heffing voor de jaren 2015-2018 ten aanzien van X niet een individuele en buitensporige last tot gevolg ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.