Einde inhoudsopgave
Besluit toestemmingsvereiste commanditaire vennootschappen
2.1 Hoe toestemming verlenen
Geldend
Geldend vanaf 25-12-2015. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 15-12-2015
- Bronpublicatie:
15-12-2015, Stcrt. 2015, 46508 (uitgifte: 24-12-2015, regelingnummer: BLKB2015/1209M)
- Inwerkingtreding
25-12-2015, terugwerkend tot: 15-12-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2015, Stcrt. 2015, 46508 (uitgifte: 24-12-2015, regelingnummer: BLKB2015/1209M)
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
Inkomstenbelasting / Winst
In artikel 2, derde lid, onderdeel c, van de AWR wordt het begrip ‘open cv’ gedefinieerd. Er is sprake van een open cv als de toetreding of vervanging van commanditaire vennoten – buiten het geval van legaat of vererving – plaats kan vinden zonder toestemming van alle – zowel beherende, als commanditaire – vennoten.
Om het besloten karakter van een cv – of een buitenlandse cv-achtige – te waarborgen, moeten dus alle vennoten – zowel de beherende als de commanditaire – afzonderlijk toestemming verlenen. Dit geldt voor iedere wijziging in de onderlinge verhouding tussen de vennoten en voor de toetreding of vervanging door derden. Het verlenen van een volmacht aan de beherend vennoot is onvoldoende. De toestemming hoeft daarentegen niet per se actief te worden verleend. Als voor een toetreding of een vervanging aan alle vennoten schriftelijk toestemming is gevraagd en deze toestemming niet binnen vier weken wordt geweigerd, mag er van worden uitgegaan dat deze unaniem is verleend. De genoemde termijn gaat lopen op de dag na die waarop aan alle participanten schriftelijk toestemming is gevraagd. Deze toestemmingsprocedure mag overigens ook langs elektronische weg plaatsvinden. Als in dit besluit het begrip ‘toestemmingsvereiste’ wordt gehanteerd, wordt bovenstaande uitleg aan het begrip gegeven.
Overigens moet hierbij nog worden opgemerkt dat het besloten of open karakter zowel uit de statutaire bepalingen, als uit de feitelijke gedragingen moet blijken.