Einde inhoudsopgave
Burgerlijk Wetboek Boek 10
Artikel 101 [Erkenning rechtsfeiten]
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2014
- Bronpublicatie:
27-11-2013, Stb. 2013, 486 (uitgifte: 06-12-2013, kamerstukken: 33526)
- Inwerkingtreding
01-04-2014
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-03-2014, Stb. 2014, 132 (uitgifte: 27-03-2014, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Personen- en familierecht / Afstamming en adoptie
Internationaal privaatrecht / Internationaal erkennings- en executierecht
1.
Artikel 100 leden 1, onder b en c, 2 en 3 van dit Boek is van overeenkomstige toepassing op buitenslands tot stand gekomen rechtsfeiten of rechtshandelingen waarbij familierechtelijke betrekkingen zijn vastgesteld of gewijzigd, welke zijn neergelegd in een door een bevoegde instantie overeenkomstig de plaatselijke voorschriften opgemaakte akte.
2.
De weigeringsgrond, bedoeld in artikel 100 lid 1, onderdeel c, van dit Boek doet zich met betrekking tot de erkenning in elk geval voor
- a.
indien deze is verricht door een Nederlander die naar Nederlands recht niet bevoegd zou zijn het kind te erkennen;
- b.
indien, wat de toestemming van de moeder of het kind betreft, niet is voldaan aan de vereisten van het recht dat ingevolge artikel 95 lid 3, van dit Boek toepasselijk is, of
- c.
indien de akte kennelijk op een schijnhandeling betrekking heeft.
3.
De voorgaande leden laten de toepassing van de in artikel 98 lid 1, van dit Boek genoemde Overeenkomst onverlet.