AB 2014/451
Handhavingsverzoek. Lage prioritering van de overtreding in beleidsregel. Lage prioriteit is geen bijzondere omstandigheid die op zichzelf uitzondering op beginselplicht rechtvaardigt. Noodzaak tot belangenafweging. Geen strijd met gelijkheidsbeginsel ten opzichte van andere vergelijkbare gevallen waarin geen handhavingsverzoek is gedaan.
ABRvS 04-06-2014, ECLI:NL:RVS:2014:1982, m.nt. F.R. Vermeer
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
4 juni 2014
- Magistraten
Mrs. Th.G. Drupsteen, E. Helder, F.C.M.A. Michiels
- Zaaknummer
201308060/1/A4
- Noot
F.R. Vermeer
- JCDI
JCDI:ADS919657:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemene beginselen van behoorlijk bestuur
Bestuursrecht algemeen / Besluit (algemeen)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2014:1982, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 04‑06‑2014
- Wetingang
Art. 7:12 Awb
Essentie
Handhavingsverzoek. Lage prioritering van de overtreding in beleidsregel. Lage prioriteit is geen bijzondere omstandigheid die op zichzelf uitzondering op beginselplicht rechtvaardigt. Noodzaak tot belangenafweging. Geen strijd met gelijkheidsbeginsel ten opzichte van andere vergelijkbare gevallen waarin geen handhavingsverzoek is gedaan.
Samenvatting
Handhavingsbeleid mag er niet toe strekken dat tegen overtredingen met een lage prioriteit nimmer wordt opgetreden. Dit betekent niet dat bij de handhaving geen prioriteiten mogen worden gesteld. Prioriteitstelling is toegestaan om in het kader van doelmatige handhaving onderscheid te maken in de wijze waarop uitvoering wordt gegeven aan de handhavingstaak. Zo kan prioritering bepalend zijn voor de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.