Prg. 2017/132
Appel- en verwijzingsrechter bevoegd tot uitspreken voorwaardelijke ontbinding arbeidsovereenkomst, indien rechter in eerste aanleg nog niet op verzoek tot vernietiging van het ontslag op staande voet heeft beslist.
HR 31-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:571
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
31 maart 2017
- Magistraten
Mrs. F.B. Bakels, A.H.T. Heisterkamp, G. de Groot, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
16/03870
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:571, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 31‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:21, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑01‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 28‑07‑2016
- Wetingang
Art. 7:671b, 7:677 lid 1, 7:681, 7:683 lid 3 BW; art. 282 lid 4 Rv
Essentie
Arbeidsrecht. Is appel- of verwijzingsrechter bevoegd voorwaardelijk te ontbinden, indien in eerste aanleg nog niet op het verzoek tot vernietiging van het ontslag op staande voet is beslist?
Ja. Arbeidsovereenkomst kan worden ontbonden onder voorwaarde dat rechter in eerste aanleg het ontslag vernietigt.
Samenvatting
Werknemer verzoekt vernietiging van het ontslag op staande voet en werkgever verzoekt voorwaardelijke ontbinding. De kantonrechter geeft werkgever een bewijsopdracht. Voorts ontbindt hij de arbeidsovereenkomst, voor zover deze nog bestaat. Werknemer gaat in beroep. Het hof oordeelt dat de kantonrechter voorwaardelijke ontbinding ten onrechte heeft toegewezen. Voor het geval de kantonrechter de opzegging van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.