Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (B)
2.3 Beoordeling continuïteit en solvabiliteit van de onderneming
Geldend
Geldend vanaf 01-04-2019
- Bronpublicatie:
21-03-2019, Stcrt. 2019, 16905 (uitgifte: 29-03-2019, regelingnummer: WBV 2019/5)
- Inwerkingtreding
01-04-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-03-2019, Stcrt. 2019, 16905 (uitgifte: 29-03-2019, regelingnummer: WBV 2019/5)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
Hoofdregel is dat de IND voor de beoordeling of de continuïteit en solvabiliteit van de startende onderneming (als bedoeld in artikel 1.13, tweede lid, VV) voldoende is gewaarborgd advies opvraagt bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland (RVO).
De toets door RVO bestaat uit de volgende onderdelen:
Voor een positief advies zijn minimaal 50 punten vereist (maximaal te behalen 100 punten).
Toets op inschrijving bij de Nederlandse Kamer van Koophandel
- •
Is onderneming ingeschreven?
- •
Wisseling vennoten/aandeelhouders/zeggenschap ten opzichte van aanvraagdatum?
- •
Overname?
- •
Surseance?
- •
Faillissement?
Toets ondernemingsplan
- 1.
Criterium Marktpotentie
- 1a.
Product / dienst (maximaal te behalen 15 punten)
- •
kenmerken
- •
toepassing
- •
behoefte (in hoeverre speelt product/dienst in op algemene marktbehoefte)
- •
unique selling points
Toelichting: Er is sprake van een duidelijke beschrijving van product of dienst. Het is aannemelijk gemaakt dat product of dienst, gelet op de marktontwikkelingen, potentie heeft. Unique selling points zijn aannemelijk gemaakt.
- 1b.
Marktanalyse (maximaal te behalen 25 punten)
- •
potentiële klanten
- •
concurrenten
- •
toetredingsbarrières
- •
samenwerking
- •
risico’s
- •
prijsbeleid
- •
marketing / promotie
Toelichting: De marktanalyse moet toegespitst zijn op de eigen specifieke bedrijfsomgeving. De analyse moet zowel kwalitatief als kwantitatief zijn. Marktomvang, doelgroep, eigen potentiële marktaandeel; helder prijs-, marketing- en promotiebeleid; vergelijking met concurrentie; vergelijking met trends en branchegegevens, ook regionaal; te relateren aan eigen situatie/mogelijkheden. Eigen onderzoek of door derden.
- 2.
Criterium Organisatie (maximaal te behalen 20 punten)
- •
ondernemingsstructuur
- •
competenties
Toelichting: Er is sprake van een heldere en adequate organisatiestructuur van de onderneming in Nederland; de juiste competenties op het gebied van ondernemerschap, management en vak inhoud zijn binnen de onderneming in Nederland aanwezig.
- 3.
Criterium Financiering
- 3a.
Solvabiliteit (verhouding Eigen vermogen – Totaal vermogen)
Balanstotaal < € 50.000
0 punten
(ook bij solvabiliteit van 100%)
Balanstotaal ≥ € 50.000 – <€ 250.000 solvabiliteit:
< 20%
0 punten
≥ 20% – < 35%
3 punten
≥ 35% – < 50%
8 punten
≥ 50%
10 punten
Balanstotaal ≥ € 250.000 solvabiliteit:
< 20%
0 punten
≥ 20% – < 35%
5 punten
≥ 35% – < 50%
10 punten
≥ 50%
15 punten
Toelichting: Uitgaande van de omzet- en liquiditeitsprognoses moet de solvabiliteitsprognose zodanig zijn, dat financiële tegenvallers gedurende drie jaar opgevangen kunnen worden.
- 3b.
Omzet
< € 125.000
0 punten
≥ € 125.000 – < € 250.000
3 punten
≥ € 250.000 – < € 500.000
7 punten
≥ € 500.000
10 punten
Toelichting: De omzetprognose is aannemelijk en stemt overeen met de marktpotentie (met name de marktanalyse).
- 3c.
Liquiditeitsprognose (maximaal te behalen 15 punten)
(breakeven)
Toelichting: De operationele cashflow (kasstroom uit de feitelijke bedrijfsactiviteiten) moet binnen drie jaar positief zijn.
Uitzondering op de hoofdregel is dat de IND voor de beoordeling of de continuïteit en solvabiliteit van de onderneming voldoende is gewaarborgd geen advies hoeft op te vragen bij de RVO als het niet gaat om een daadwerkelijk ‘startende’ onderneming als beschreven in artikel 1.13, tweede lid, onderdelen a tot en met e, VV.
De IND beoordeelt in beginsel de continuïteit en solvabiliteit van een au-pairbureau gevestigd in een andere lidstaat aan de hand van de gegevens/informatie uit het Informatiesysteem Interne Markt (IMI). In hoofdlijnen betekent dit dat:
- •
de onderneming -voor zover vereist- geregistreerd staat in het handelsregister van de betreffende lidstaat. De volgende informatie wordt bij de beoordeling betrokken:
- –
de activiteiten van de onderneming, de startdatum van de onderneming; en
- –
of de gegevens/registratie in het IMI-systeem overeen komen met de gegevens op het aanvraagformulier;
- •
de onderneming niet failliet mag zijn verklaard. Ook mag binnen de onderneming geen sprake zijn van surseance van betaling.
Op grond van artikel 1.13, vierde en vijfde lid, VV vraagt de IND wel advies op bij de RVO als er twijfel bestaat of de continuïteit en solvabiliteit van de onderneming voldoende is gewaarborgd, ongeacht of het om een startende of gevestigde onderneming gaat. De IND hanteert dezelfde werkwijze als het een au-pairbureau betreft dat in een andere lidstaat van de EU of EER is gevestigd.