RvdW 2020/298
Octrooirecht. Procesrecht. Weigering beroep op centraal beperkt octrooi wegens strijd met de goede procesorde verenigbaar met art. 68 en 105a-105c Europees Octrooiverdrag?; art. 31 en 32 Weens Verdragenverdrag. Vervolg van HR 15 september 2017, NJ 2018/144.
HR 14-02-2020, ECLI:NL:HR:2020:258
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 februari 2020
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, M.V. Polak, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
18/03805
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS190902:1
- Vakgebied(en)
Intellectuele-eigendomsrecht / Octrooirecht
Intellectuele-eigendomsrecht / Europees intellectuele-eigendomsrecht
Burgerlijk procesrecht / Hoger beroep
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:258, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑02‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1192, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑10‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 05‑09‑2018
- Wetingang
Art. 68, 105a-105c EOV; art. 347 Rv
Essentie
Octrooirecht. Procesrecht. Weigering beroep op centraal beperkt octrooi wegens strijd met de goede procesorde verenigbaar met art. 68 en 105a-105c Europees Octrooiverdrag?; art. 31 en 32 Weens Verdragenverdrag. Vervolg van HR 15 september 2017, NJ 2018/144.
Samenvatting
Op grond van art. 138 lid 3 Europees Octrooiverdrag (EOV) heeft de octrooihouder het recht het octrooi te beperken door wijziging van de octrooiconclusies. Op grond van art. 68 EOV bestaat een beperkt octrooi niet meer in een ruimere vorm en moet het geacht worden nooit in die ruime vorm ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.