NJB 2017/1293
Beperking laatste woord art. 311 lid 4 Sv: de rechter mag in voorkomende gevallen wanneer hij zulks nodig oordeelt de verdachte (of de raadsman) erop wijzen dat ter vermijding van herhalingen bespreking van aspecten die reeds bij de behandeling van de zaak aan de orde zijn geweest, achterwege moet blijven. In casu lijdt het onderzoek in hoger beroep aan nietigheid nu niet blijkt op welke feiten en omstandigheden de veronderstelling van het hof berust dat hetgeen de verdachte verder wilde aanvoeren slechts nodeloze herhalingen zou bevatten van aspecten die reeds bij de behandeling van de zaak aan de orde zijn geweest
HR 30-05-2017, ECLI:NL:HR:2017:972
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
30 mei 2017
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, H.A.G. Splinter-van Kan, V. van den Brink
- Zaaknummer
15/04393
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:972, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 30‑05‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:378, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑04‑2017
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑05‑2016
- Wetingang
(art. 311 Sv)
Essentie
Beperking laatste woord art. 311 lid 4 Sv: de rechter mag in voorkomende gevallen wanneer hij zulks nodig oordeelt de verdachte (of de raadsman) erop wijzen dat ter vermijding van herhalingen bespreking van aspecten die reeds bij de behandeling van de zaak aan de orde zijn geweest, achterwege moet blijven. In casu lijdt het onderzoek in hoger beroep aan nietigheid nu niet blijkt op welke feiten en omstandigheden de veronderstelling van het hof berust dat hetgeen de verdachte verder wilde aanvoeren slechts nodeloze herhalingen zou bevatten van aspecten die reeds bij de behandeling van de zaak aan de orde ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.