RAR 2016/157
Vernietigbare opzegging. Welke maatstaf geldt bij de toekenning van een billijke vergoeding op grond van art. 7:681 lid 1 BW en op welke wijze dient de hoogte van de billijke vergoeding te worden vastgesteld?
Hof Arnhem-Leeuwarden 31-03-2016, ECLI:NL:GHARL:2016:2601
- Instantie
Hof Arnhem-Leeuwarden
- Datum
31 maart 2016
- Magistraten
Mrs. E.B. Knottnerus, I.A. Katz-Soeterboek, M.E.L. Fikkers
- Zaaknummer
200.182.665
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS924698:1
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHARL:2016:2601, Uitspraak, Hof Arnhem-Leeuwarden, 31‑03‑2016
- Wetingang
Essentie
Billijke vergoeding. Vernietigbare opzegging.
Welke maatstaf geldt bij de toekenning van een billijke vergoeding op grond van art. 7:681 lid 1 BW en op welke wijze dient de hoogte van de billijke vergoeding te worden vastgesteld?
Samenvatting
Werkneemster is op of omstreeks 27 december 1989 in dienst getreden van (de rechtsvoorganger van) New Hairstyle als kapster. Werkneemster werkte 4,5 uur per week (op maandagmiddag) op grond van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd, tegen een salaris van € 224,51 bruto per maand. Op de arbeidsovereenkomst is de CAO voor het Kappersbedrijf van toepassing. In januari 2014 heeft werkgever ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.