Einde inhoudsopgave
Regeling opvang ontheemden Oekraïne
Artikel 7
Geldend
Geldend van 01-07-2024 tot 01-01-2025
- Bronpublicatie:
14-06-2024, Stcrt. 2024, 20260 (uitgifte: 24-06-2024, regelingnummer: 5492097)
- Inwerkingtreding
01-07-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
14-06-2024, Stcrt. 2024, 20260 (uitgifte: 24-06-2024, regelingnummer: 5492097)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Vreemdelingenrecht / Verblijf
Volkshuisvesting en wonen / Bijzondere onderwerpen
Staatsrecht / Decentralisatie
1.
De burgemeester kan de verstrekkingen, bedoeld in artikel 6, eerste lid, beperken of intrekken indien:
- a.
de opvang van de ontheemde beëindigd wordt omdat opvang (of onderdak) elders is voorzien;
- b.
de ontheemde de opvang definitief verlaat of langer dan 28 dagen per kalenderjaar niet in de opvang is verschenen zonder de burgemeester hiervan op de hoogte te stellen;
- c.
de ontheemde ernstig inbreuk maakt op de verplichtingen, genoemd in artikel 6, derde lid;
- d.
de ontheemde een ernstige vorm van geweld pleegt jegens medebewoners die in dezelfde opvangvoorziening verblijven, aan personen die werkzaam zijn in de voorziening, of aan anderen.
2.
De burgemeester trekt, met ingang van de eerstvolgende maand, de verstrekkingen, bedoeld in artikel 6, eerste lid, aanhef en onder b, geheel of ten dele in, indien de meerderjarige ontheemde of een meerderjarig gezinslid:
- a.
inkomsten uit arbeid in Nederland of in een ander land heeft;
- b.
een loondervingsuitkering of een toeslag op grond van de Toeslagenwet ontvangt;
- c.
gedurende twee weken niet heeft voldaan aan verzoeken van de burgemeester om informatie te verstrekken over zijn inkomsten en gezinssamenstelling, of
- d.
inkomsten verborgen heeft gehouden en daardoor ten onrechte van de verstrekkingen gebruik heeft gemaakt.
3.
De intrekking bedraagt niet meer dan er is verstrekt.
4.
De burgemeester brengt, met ingang van de eerstvolgende maand, in de opvangvoorziening waarin de ontheemden niet zelf het eigen eten verzorgen, een bedrag ter hoogte van de financiële toelage als bedoeld in artikel 10, tweede lid, geheel of gedeeltelijk in rekening indien de meerderjarige ontheemde of een meerderjarig gezinslid:
- a.
inkomsten uit arbeid in Nederland of in een ander land heeft;
- b.
een loondervingsuitkering of een toeslag op grond van de Toeslagenwet ontvangt;
- c.
gedurende twee weken niet heeft voldaan aan verzoeken van de burgemeester om informatie te verstrekken over zijn inkomsten en gezinssamenstelling, of
- d.
inkomsten verborgen heeft gehouden en daardoor ten onrechte van de verstrekkingen gebruik heeft gemaakt.
5.
In geval van een gezin met meerdere meerderjarige gezinsleden wordt bij toepassing van het vierde lid een maximum gesteld van twee keer de financiële toelage als bedoeld in artikel 10, tweede lid.
6.
De burgemeester kan de verstrekkingen, bedoeld in artikel 6, eerste lid, onder b, terugvorderen indien deze ten onrechte of tot een te hoog bedrag zijn verstrekt. De burgemeester vordert niet meer terug dan er is verstrekt.