V-N 2022/12.12
Geen suppletieboete volgens A-G door opname BTW-schulden in aangiften VPB
HR (Parket) 27-01-2022, ECLI:NL:PHR:2022:66, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Parket)
- Datum
27 januari 2022
- Zaaknummer
20/04198
- Conclusie
A-G IJzerman
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS637156:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Informatieverplichting
Fiscaal bestuursrecht / Aangifte
Fiscaal bestuursrecht / Boete
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 01‑04‑2023
ECLI:NL:HR:2023:491, Uitspraak, Hoge Raad, 31‑03‑2023
Beroepschrift, Hoge Raad, 31‑03‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:66, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 27‑01‑2022
- Wetingang
art. 10a AWR
Essentie
A-G IJzerman is van mening dat de formele benadering van de staatssecretaris op zich correct is, maar dat X bv in materiële zin wel een pleitbaar standpunt heeft. De 50% vergrijpboete van € 117.729 is dus terecht door het hof vernietigd.
Samenvatting
X bv c.s. behoort samen met A bv en B bv tot een fiscale eenheid voor de BTW. X bv dient in juli en december 2016 haar VPB-aangiften in over 2014 en 2015. Op die balansen staan BTW-schulden over 2014 en 2015 van in totaal € 216.921. In 2018 volgt naar aanleiding hiervan een boekenonderzoek. Kort ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.