De procesovereenkomst
Einde inhoudsopgave
De procesovereenkomst (BPP nr. XIII) 2012/1.3:1.3 Onderzoeksvragen
De procesovereenkomst (BPP nr. XIII) 2012/1.3
1.3 Onderzoeksvragen
Documentgegevens:
M.W. Knigge, datum 24-10-2012
- Datum
24-10-2012
- Auteur
M.W. Knigge
- JCDI
JCDI:ADS383507:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht (V)
Toon alle voetnoten
Voetnoten
Voetnoten
Het zuivere bindend advies en de arbitrage op grond van art. 1020 lid 4 Rv blijven dus buiten beschouwing.
Zie m.b.t. de overeenkomst tot forumkeuze bijv. Kuypers 2008, p. 12, 391; Balk 1975, p. 5.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
De eerste hoofdvraag die in dit proefschrift centraal staat betreft de toelaatbaarheid van procesovereenkomsten. In welke gevallen kunnen partijen geldig een procesovereenkomst sluiten? Is dit slechts mogelijk indien dit uitdrukkelijk in de wet is bepaald, of kan dit ook in andere gevallen? Niet alleen wordt daarbij gekeken naar de overheidsprocedure, maar ook wordt ingegaan op de arbitrage en het bindend advies voor zover zij het karakter hebben van rechtspraak.1 Hebben partijen in het kader van deze procedures meer vrijheid om procesovereenkomsten te sluiten of niet? De eerste hoofdvraag luidt kortom: in hoeverre kunnen partijen in de overheidsprocedure door middel van een overeenkomst of door middel van onderling afgestemde verklaringen of gedragingen afwijken van het procesrecht of zich binden omtrent de uitoefening van een processuele bevoegdheid? Welke mogelijkheid hebben zij hiertoe in het kader van arbitrage en bindend advies?
De tweede hoofdvraag die in dit proefschrift aan de orde komt, is de vraag welke werking procesovereenkomsten hebben. Wat zijn de gevolgen van een procesovereenkomst? Worden hierdoor enkel processuele gevolgen in het leven geroepen, of doen zij ook verbintenissen voor partijen ten opzichte van elkaar ontstaan? Indien een van de partijen een procesovereenkomst schendt, pleegt zij dan wanprestatie? Ook is het de vraag of de rechter procesovereenkomsten ambtshalve toepast, of dat partijen zich hierop dienen te beroepen.
Ten slotte wordt in dit proefschrift onderzocht, welke regels op procesovereenkomsten van toepassing zijn. Procesovereenkomsten lijken een hybride karakter te hebben. Aan de ene kant is er sprake van een overeenkomst, aan de andere kant roept deze overeenkomst processuele gevolgen in het leven.2 Door welk recht worden procesovereenkomsten beheerst? Is dit het burgerlijk recht of het burgerlijk procesrecht? Of dienen beide stelsels wellicht cumulatief te worden toegepast? Ook wordt gekeken naar de inhoud van dit recht op het gebied van procesovereenkomsten. Welke specifieke regels gelden er voor procesovereenkomsten?