AB 2016/196
Rechterlijke toetsing in asielzaken. Bestuursrechter mag geloofwaardigheid asielrelaas niet zelfstandig beoordelen.
ABRvS 13-04-2016, ECLI:NL:RVS:2016:891, m.nt. M. Reneman
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
13 april 2016
- Magistraten
Mrs. H.G. Lubberdink, H. Troostwijk, N. Verheij
- Zaaknummer
201506502/1/V2
- Noot
M. Reneman
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS923657:1
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht / Algemeen
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Bestuursprocesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2016:891, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 13‑04‑2016
- Wetingang
Art. 83a Vreemdelingenwet 2000
Essentie
De bestuursrechter kan aan art. 46 lid 3 Procedurerichtlijn niet de bevoegdheid ontlenen om zijn oordeel over de geloofwaardigheid van een asielrelaas in de plaats te stellen van dat van de staatssecretaris.
Samenvatting
De Nederlandse bestuursrechter [kan] aan artikel 46, derde lid, van de Procedurerichtlijn, geïmplementeerd in artikel 83a van de Vw 2000, niet de bevoegdheid ontlenen om zijn oordeel over de geloofwaardigheid van een asielrelaas in de plaats te stellen van dat van de staatssecretaris. Zoals volgt uit hetgeen in 5.3. tot en met 5.4.1. is overwogen, wordt met deze uitleg ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.