Hof 's-Gravenhage, 12-12-2012, nr. 200.109.576-01
ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ6304
- Instantie
Hof 's-Gravenhage
- Datum
12-12-2012
- Zaaknummer
200.109.576-01
- LJN
BZ6304
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
Personen- en familierecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHSGR:2012:BZ6304, Uitspraak, Hof 's-Gravenhage, 12‑12‑2012; (Hoger beroep)
Uitspraak 12‑12‑2012
Inhoudsindicatie
Echtscheiding. Appel niet met voldoende gronden onderbouwd. Kostenveroordeling.
Partij(en)
GERECHTSHOF ’s-GRAVENHAGE
Sector Civiel recht
Uitspraak : 12 december 2012
Zaaknummer : 200.109.576/01
Rekestnummer rechtbank : FA RK 11-4277
[verzoeker],
wonende te [woonplaats],
verzoekster in hoger beroep,
hierna te noemen: de vrouw,
advocaat mr. S. Salhi te ’s-Gravenhage,
tegen
[verweerder],
wonende te [woonplaats],
verweerder in hoger beroep,
hierna te noemen: de man,
advocaat mr. I. Spoel te ’s-Gravenhage.
PROCESVERLOOP IN HOGER BEROEP
De vrouw is op 26 juni 2012 in hoger beroep gekomen van een beschikking van 26 maart 2012 van de rechtbank ’s-Gravenhage.
De man heeft op 29 augustus 2012 een verweerschrift ingediend.
Bij het hof zijn voorts de volgende stukken ingekomen:
van de zijde van de vrouw:
- -
op 18 juli 2012 een brief van 12 juli 2012 met bijlagen;
- -
op 23 juli 2012 een brief van diezelfde datum met bijlage.
De zaak is op 6 december 2012 mondeling behandeld.
Ter zitting was aanwezig:
- -
de advocaat van de man.
De vrouw, de man en de advocaat van de vrouw zijn, hoewel daartoe behoorlijk opgeroepen, niet verschenen.
PROCESVERLOOP IN EERSTE AANLEG EN VASTSTAANDE FEITEN
Voor het procesverloop en de beslissing in eerste aanleg verwijst het hof naar de bestreden beschikking.
Bij die beschikking is de echtscheiding tussen partijen, gehuwd op [trouwdatum] 1971 te [plaats], [land], uitgesproken.
Het hof gaat uit van de door de rechtbank vastgestelde feiten, voor zover daartegen in hoger beroep niet is opgekomen.
BEOORDELING VAN HET HOGER BEROEP
- 1.
In geschil is de echtscheiding.
- 2.
De vrouw verzoekt de bestreden beschikking te vernietigen en, opnieuw rechtdoende, het verzoek van de man tussen partijen de echtscheiding uit te spreken af te wijzen, kosten rechtens.
- 3.
De man bestrijdt het beroep en verzoekt het hof het beroep van de vrouw af te wijzen en haar te veroordelen in de kosten van deze procedure, bestaande uit de eigen bijdrage voor de advocaat van € 76,- en het griffierecht van € 291,- (zoals dit ter zitting is gecorrigeerd), uitvoerbaar bij voorraad.
- 4.
De vrouw stelt dat zij door de rechtbank onvoldoende in de gelegenheid is gesteld haar standpunt duidelijk naar voren te brengen. Om haar moverende en religieuze redenen kan de vrouw niet instemmen met de echtscheiding.
- 5.
De man persisteert bij zijn stelling dat het huwelijk duurzaam is ontwricht en heeft daartoe feiten en omstandigheden gesteld.
- 6.
Op basis van de overgelegde stukken en het verhandelde ter zitting komt het hof tot het oordeel dat de rechtbank op de juiste gronden heeft geoordeeld en beslist zoals zij heeft gedaan. Nu de vrouw haar stellingen in hoger beroep in het beroepschrift in het geheel niet heeft onderbouwd en ook niet ter zitting is verschenen om een en ander toe te lichten, acht het hof het redelijk om het verzoek van de man met betrekking tot de proceskosten toe te wijzen.
- 7.
Mitsdien zal als volgt worden beslist.
BESLISSING OP HET HOGER BEROEP
Het hof:
bekrachtigt de bestreden beschikking;
veroordeelt de vrouw in de kosten van de procedure in hoger beroep, bestaande uit de eigen bijdrage voor de advocaat van de man van € 76,- en het griffierecht van € 291,-, totaal € 367,-;
verklaart deze beschikking uitvoerbaar bij voorraad voor wat betreft de proceskostenveroordeling.
Deze beschikking is gegeven door mrs. Kamminga, Van de Poll en Bos, bijgestaan door
mr. Van Waning als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 12 december 2012.