Einde inhoudsopgave
Aanwijzing bestrijding voetbalvandalisme en voetbalgerelateerd geweld (2015A008)
2.1 Uitgangspunt: versnelde behandeling
Geldend
Geldend vanaf 01-12-2015
- Redactionele toelichting
De datum van afkondiging is de datum van de Staatscourant.
- Bronpublicatie:
20-11-2015, Stcrt. 2015, 41059 (uitgifte: 20-11-2015, regelingnummer: 2015A008)
- Inwerkingtreding
01-12-2015
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-11-2015, Stcrt. 2015, 41059 (uitgifte: 20-11-2015, regelingnummer: 2015A008)
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Voorfase
Omdat het bij voetbalvandalisme veelal gaat om (dreiging van) geweld tegen personen en/of (grootschalige) vernielingen, geven politie en OM een hoge prioriteit aan de opsporing en vervolging van de daders van dergelijke delicten. Dat geldt ook bij (dreiging van) voetbalgerelateerd geweld dat niet direct gelieerd is aan een bepaalde wedstrijd.
In elk arrondissement geldt een (lokale) voetbalsnelrechtprocedure. Uitgangspunt daarbij is dat waar mogelijk (super)snelrecht met voorlopige hechtenis wordt toegepast; in andere gevallen wordt aan voetbalvandalen een strafbeschikking, transactie of dagvaarding terstond uitgereikt, zoveel als mogelijk via ZSM. Waar dat juridisch mogelijk is legt de officier van justitie de verdachte bij voorgeleiding of heenzending met dagvaarding, dan wel zo spoedig mogelijk daarna, op grond van artikel 509hh van het Wetboek van Strafvordering (Sv) een gebiedsverbod (bijvoorbeeld stadionverbod) op in combinatie met meldplicht, inhoudende de plicht zich tijdens bepaalde wedstrijddagen te melden op een politiebureau. Dit kan ook een wedstrijddag betreffen waarop de voetbalclub waar de verdachte mee verbonden is, niet speelt. Wanneer er aanleiding is om aan te nemen dat de burgemeester een bevel op grond van artikel 172a van de Gemeentewet (GemW) zal geven of heeft gegeven, dan vindt in beginsel afstemming plaats voordat een gebiedsverbod op grond van artikel 509hh Sv wordt opgelegd. Voorkomen moet worden dat tegelijkertijd voor hetzelfde gebied zowel een burgemeestersbevel als een strafrechtelijke maatregel worden gegeven. Wanneer er aanleiding is om een gedragsaanwijzing op grond van artikel 509hh Sv te geven, dan gaat deze maatregel vóór een bevel van de burgemeester op grond van artikel 172a GemW voor hetzelfde gebied (artikel 172a, vijfde lid, GemW).
Strafrechtelijk stadionverbod ex art. 38v Sr
In strafzaken betreffende voetbalgerelateerd geweld tegen personen of goederen of voetbalgerelateerd racistisch en/of discriminerend gedrag vordert de officier van justitie naast een boete, taakstraf of gevangenisstraf tevens de vrijheidsbeperkende maatregel ex art. 38v van het Wetboek van Strafrecht (Sr) (een gebiedsverbod) in de vorm van een stadionverbod, zo veel mogelijk in combinatie met een meldplicht. In bijzondere gevallen, bijvoorbeeld in gevallen waarin de betrokkene meerdere malen of in verschillende plaatsen voetbalgerelateerde strafbare feiten heeft gepleegd, kan de officier van justitie ook een gebiedsgebod, desnoods in de vorm van huisarrest, vorderen. De officier van justitie vordert de dadelijke uitvoerbaarheid van deze maatregel. Voorts vordert de officier van justitie bij de eerste en eventuele tweede overtreding van de maatregel in beginsel de tenuitvoerlegging van telkens één week vervangende hechtenis, en bij een eventuele derde en volgende overtreding van de maatregel van telkens een maand vervangende hechtenis.
Bij constatering van overtreding van een opgelegde vrijheidsbeperkende maatregel ex art. 38v Sr beveelt de officier van justitie (en in het – enkele – geval dat de beslissing van de officier van justitie niet kan worden afgewacht de hulpofficier van justitie) terstond de aanhouding van de veroordeelde. Vervolgens dient de officier van justitie onverwijld een vordering tot tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis in bij de rechter-commissaris.