V-N 2022/39.18
Redelijke termijn niet verlengd bij terugwijzing zaak naar inspecteur
HR 09-09-2022, ECLI:NL:HR:2022:1153, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
9 september 2022
- Magistraten
Van Hilten, Punt, Fierstra
- Zaaknummer
21/02312
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS661159:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal bestuursrecht / Algemene rechtsbeginselen en abbb
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1153, Uitspraak, Hoge Raad, 09‑09‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 09‑09‑2022
- Wetingang
art. 6 EVRM
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat Hof ’s-Hertogenbosch ten onrechte voor de bezwaar- en beroepsprocedure na verwijzing de redelijke termijn heeft verlengd met één jaar.
Samenvatting
X vecht in cassatie onder meer aan de beslissing van Hof ’s-Hertogenbosch over de immateriëleschadevergoeding.
De Hoge Raad oordeelt dat Hof ’s-Hertogenbosch ten onrechte voor de bezwaar- en beroepsprocedure na verwijzing de redelijke termijn heeft verlengd met één jaar. Als de bestuursrechter de zaak terugwijst naar de inspecteur om opnieuw uitspraak op bezwaar te doen, start voor het vaststellen van de redelijke termijn voor berechting in eerste aanleg niet een nieuwe behandelingsfase. In ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.