Einde inhoudsopgave
Regeling aanwijzing categorieën duurzame energieproductie najaar 2016
Artikel 12
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2016
- Bronpublicatie:
07-07-2016, Stcrt. 2016, 37730 (uitgifte: 20-07-2016, regelingnummer: WJZ/16098493)
- Inwerkingtreding
01-09-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-07-2016, Stcrt. 2016, 37730 (uitgifte: 20-07-2016, regelingnummer: WJZ/16098493)
- Vakgebied(en)
Energierecht / Energieopwekking
1.
De minister verstrekt op aanvraag subsidie aan een producent van hernieuwbare elektriciteit geproduceerd door een productie-installatie voor de productie van hernieuwbare elektriciteit met behulp van windenergie, en waarvan de fundering volledig in het water van een meer van minimaal één vierkante kilometer staat, waarbij het hart van de fundering op een afstand van ten minste 25 meter van de waterkant staat.
2.
Indien de productie-installatie voor de productie van hernieuwbare elektriciteit, bedoeld in het eerste lid, wordt opgericht op een locatie waar op het moment van aanvragen één of meer windturbines staan of hebben gestaan, verstrekt de minister de subsidie, bedoeld in het eerste lid, uitsluitend indien:
- a.
het nominaal en te realiseren vermogen per windturbine ten opzichte van de te vervangen windturbine ten minste 1 MW toeneemt, of
- b.
de te vervangen windturbine op het moment van vervanging 15 jaar op de desbetreffende locatie in gebruik is geweest en op het moment van aanvragen ten minste 13 jaar voordien in gebruik is genomen.