Einde inhoudsopgave
Regeling op het specifiek cultuurbeleid
Artikel 5.3 In te dienen documenten
Geldend
Geldend vanaf 06-07-2023. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 01-01-2021
- Bronpublicatie:
27-06-2023, Stcrt. 2023, 18530 (uitgifte: 05-07-2023, regelingnummer: 38790229)
- Inwerkingtreding
06-07-2023, terugwerkend tot: 01-01-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
27-06-2023, Stcrt. 2023, 18530 (uitgifte: 05-07-2023, regelingnummer: 38790229)
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
1.
Een aanvraag gaat vergezeld van een activiteitenplan en een begroting.
2.
Op het activiteitenplan is artikel 2.4 van overeenkomstige toepassing.
3.
De begroting behelst een overzicht van de geraamde baten en lasten van de aanvrager, voor zover deze betrekking hebben op de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd.
4.
De begroting bevat een postgewijze toelichting.
5.
Indien de minister hierom verzoekt, verstrekt de aanvrager tevens een afschrift van de oprichtingsakte van de rechtspersoon dan wel van de statuten zoals deze laatstelijk zijn gewijzigd.
6.
Artikel 2.7 is van overeenkomstige toepassing
7.
In afwijking van het eerste lid gaat een subsidieaanvraag voor reeds verrichte activiteiten vergezeld van een verslag van de aard, duur en omvang van de gerealiseerde activiteiten en een jaarrekening of financieel verslag. Op de jaarrekening of het financieel verslag zijn de artikelen 2.26 en 2.27, eerste en tweede lid, onderscheidenlijk artikel 5.12 van overeenkomstige toepassing.