Administratief Akkoord met betrekking tot de wijze van toepassing van het op 19 juli 1979 te 's-Gravenhage ondertekende Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Portugal inzake sociale zekerheid
Artikel 3
Geldend
Geldend vanaf 01-01-1981
- Redactionele toelichting
Dit akkoord treedt tegelijk in werking met het Verdrag (19-07-1979, Trb. 1979, 172).
- Bronpublicatie:
09-05-1980, Trb. 1980, 97 (uitgifte: 16-06-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-1981
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-12-1980, Trb. 1980, 204 (uitgifte: 01-01-1980, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationale sociale zekerheid / Algemeen
1.
In het in artikel 8, letter a)i), van het Verdrag bedoelde geval reikt de hierna genoemde instelling van het land, waarvan de wetgeving van toepassing blijft, de werknemer op verzoek een detacheringsbewijs uit waarin wordt verklaard dat op hem de wetgeving van dit land van toepassing blijft.
2.
Dit bewijsstuk wordt opgemaakt:
- —
in Nederland: door de Sociale Verzekeringsraad te 's-Gravenhage;
- —
in Portugal: door de voorzorgs- en kinderbijslagenkas waarbij de werknemer verplicht is aangesloten.
3.
Wanneer verscheidene werknemers tegelijkertijd naar het andere land worden uitgezonden, teneinde er gezamenlijk arbeid te verrichten en er tegelijkertijd uit terug keren, kan met één bewijsstuk voor al deze werknemers worden volstaan.
4.
In het in artikel 8, letter a)ii) van het Verdrag bedoelde geval richt de werkgever, zo mogelijk voor het einde van de eerste periode van 12 maanden, een verzoek om verlenging van detachering aan de instelling welke het eerste bewijsstuk heeft uitgereikt; laatstbedoelde instelling vraagt door tussenkomst van het Portugese verbindingsorgaan de goedkeuring van de bevoegde autoriteit van het land waar de tijdelijke werkzaamheden worden verricht en reikt, nadat de goedkeuring is verkregen, een tweede bewijsstuk uit.