Einde inhoudsopgave
Besluit Gedragstoezicht financiële ondernemingen Wft
Artikel 35c [Persoonlijke transacties]
Geldend
Geldend vanaf 03-01-2018
- Redactionele toelichting
De wijzigingsopdracht betreffende lid 2, onderdelen d en e, komt niet overeen met de te wijzigen tekst.
- Bronpublicatie:
20-12-2017, Stb. 2017, 513 (uitgifte: 28-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
03-01-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
20-12-2017, Stb. 2017, 514 (uitgifte: 28-12-2017, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Afhankelijke geldigheid
Treedt tegelijk in werking met Wet implementatie richtlijn markten voor financiële instrumenten 2014 (20-12-2017, Stb. 512).
- Vakgebied(en)
Financieel recht / Bank- en effectenrecht
Ondernemingsrecht / Economische ordening
Verzekeringsrecht / Algemeen
1.
Een beheerder van een icbe als bedoeld in artikel 4:14, eerste lid, van de wet beschikt over procedures en maatregelen met betrekking tot persoonlijke transacties.
2.
De procedures en maatregelen, bedoeld in het eerste lid, zijn er op gericht dat indien een relevante persoon betrokken is bij het verrichten van activiteiten die een belangenconflict kunnen doen ontstaan, of indien een relevante persoon als gevolg van een activiteit die hij in naam van de beheerder verricht toegang heeft tot informatie als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de verordening marktmisbruik of tot andere vertrouwelijke informatie over cliënten of transacties met of voor cliënten:
- a.
geen persoonlijke transactie door of in naam van die relevante persoon wordt verricht die in strijd is met artikel 14 of 15 van de verordening marktmisbruik;
- b.
geen persoonlijke transactie door of in naam van die relevante persoon wordt verricht die gepaard gaat met misbruik of ongeoorloofde bekendmaking van de in de aanhef bedoelde vertrouwelijke informatie;
- c.
geen persoonlijke transactie door of in naam van die relevante persoon wordt verricht die anderszins in strijd is of in strijd kan zijn met hetgeen ter uitvoering van de richtlijn instellingen voor collectieve belegging in effecten ingevolge de wet is bepaald;
- d.
de relevante persoon niet, anders dan in de normale uitoefening van zijn beroep of bedrijf, een andere persoon adviseert om een transactie in een financieel instrument aan te gaan die, wanneer dit een persoonlijke transactie van de relevante persoon zou zijn, niet zou zijn toegestaan op grond van onderdeel a, b of c; en
- e.
de relevante persoon geen informatie of advies aan een andere persoon bekendmaakt anders dan in de normale uitoefening van zijn beroep of bedrijf, indien de relevante persoon weet of redelijkerwijs behoort te weten dat de andere persoon een transactie in een financieel instrument zal of zou kunnen aangaan die, wanneer dit een persoonlijke transactie van de relevante persoon zou zijn, niet zou zijn toegestaan op grond van onderdeel a, b of c;
- f.
de relevante persoon geen informatie of advies aan een andere persoon bekendmaakt anders dan in de normale uitoefening van zijn beroep of bedrijf indien de relevante persoon weet of redelijkerwijs behoort te weten dat de andere persoon een derde zal of zou kunnen adviseren een transactie in een financieel instrument aan te gaan die, wanneer het een persoonlijke transactie van de relevante persoon zou zijn, niet zou zijn toegestaan.