Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) Nr. 904/2010 betreffende de administratieve samenwerking en de bestrijding van fraude op het gebied van de belasting over de toegevoegde waarde
Artikel 14
Geldend
Geldend vanaf 01-11-2010
- Bronpublicatie:
07-10-2010, PbEU 2010, L 268 (uitgifte: 12-10-2010, regelingnummer: 904/2010)
- Inwerkingtreding
01-11-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-10-2010, PbEU 2010, L 268 (uitgifte: 12-10-2010, regelingnummer: 904/2010)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Administratieve bijstand en invordering
1.
Volgens de procedure waarin artikel 58, lid 2, voorziet, wordt bepaald:
- a)
welke precieze categorieën inlichtingen automatisch moeten worden uitgewisseld;
- b)
hoe vaak ieder van die categorieën inlichtingen automatisch moet worden uitgewisseld;
- c)
hoe de automatische uitwisseling van inlichtingen in de praktijk moet plaatsvinden.
Een lidstaat kan ervan afzien aan de automatische uitwisseling van één of meer van die categorieën inlichtingen deel te nemen indien het vergaren van inlichtingen voor dergelijke uitwisseling zou vergen dat aan btw-plichtigen nieuwe verplichtingen worden opgelegd of de lidstaat een buitensporige administratieve last zou opleggen.
Eenmaal per jaar worden de resultaten van de automatische uitwisseling van iedere categorie inlichtingen door het in artikel 58, lid 1, bedoelde comité bezien, teneinde te garanderen dat dit type uitwisseling alleen plaatsvindt als dit de meest efficiënte wijze is om inlichtingen uit te wisselen.
2.
Met ingang van 1 januari 2015 wisselen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten in het bijzonder automatisch de inlichtingen uit die de lidstaten van verbruik in staat stellen te controleren of de niet op hun grondgebied gevestigde belastingplichtigen correct de btw aangeven en betalen die verschuldigd is op telecommunicatiediensten, omroepdiensten en langs elektronische weg verrichte diensten ongeacht of de belastingplichtige al dan niet gebruikmaakt van de bijzondere regeling bedoeld in titel XII, hoofdstuk 6, afdeling 3, van Richtlijn 2006/112/EG. De lidstaat van vestiging brengt de lidstaat van verbruik op de hoogte van de eventuele onregelmatigheden die hem ter kennis komen.