Rb. Gelderland, 12-08-2016, nr. C/05/306681 / KG ZA 16-347
ECLI:NL:RBGEL:2016:4504
- Instantie
Rechtbank Gelderland
- Datum
12-08-2016
- Zaaknummer
C/05/306681 / KG ZA 16-347
- Vakgebied(en)
Civiel recht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBGEL:2016:4504, Uitspraak, Rechtbank Gelderland, 12‑08‑2016; (Kort geding)
- Wetingang
art. 74 Burgerlijk Wetboek Boek 6
- Vindplaatsen
AR 2016/2393
AR 2016/3425
JIN 2016/188 met annotatie van G.A. Hahn
TvS&R 2016, afl. 3-4, p. 56 met annotatie van mr. C.A. Segaar, mr. T.A. Wilms
TvS&R 2016, afl. 3-4, p. 81
Uitspraak 12‑08‑2016
Inhoudsindicatie
Atletenovereenkomst. Beslissing van NOC*NSF om turner van verdere deelname aan de Olympische Spelen uit te sluiten. Niet nakoming verplichting zich met volledige toewijding in te spannen. Beslissing kon in redelijkheid worden genomen.
Partij(en)
vonnis
RECHTBANK GELDERLAND
Team kanton en handelsrecht
Zittingsplaats Arnhem
zaaknummer / rolnummer: C/05/306681 / KG ZA 16-347
Vonnis in kort geding van 12 augustus 2016
in de zaak van
[eiser] ,
wonende te [woonplaats] ,
eiser,
advocaat mr. C. Hellingman te Amsterdam,
tegen
de vereniging
NEDERLANDS OLYMPISCH COMITÉ*NEDERLANDSE SPORT FEDERATIE,
gevestigd te Arnhem,
gedaagde,
advocaat mr. H.J.A. Knijff te Amsterdam.
Partijen zullen hierna [eiser] en NOC*NSF genoemd worden.
1. De procedure
1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- -
de dagvaarding
- -
de akte wijziging van eis van [eiser]
- -
de mondelinge behandeling
- -
de pleitnota van [eiser]
- -
de pleitnota van NOC*NSF.
1.2.
Vanwege de spoedeisendheid van de zaak is op 12 augustus 2016 vonnis gewezen. Hierna zullen de overwegingen van dat vonnis worden gegeven.
2. De feiten
2.1.
[eiser] is een topsporter en beoefent de turnsport.
2.2.
NOC*NSF heeft [eiser] voorgedragen om aan de Olympische Spelen 2016 in Rio de Janeiro deel te nemen. NOC*NSF en [eiser] hebben een Topsportersovereenkomst gesloten, waarin onder meer het volgende is opgenomen:
I. Algemene bepalingen
Artikel 1 Definities
In deze overeenkomst worden de volgende definities – met een hoofdletter geschreven – zowel in enkelvoud als in meervoud gehanteerd:
(…)
TeamNL (Rio 2016): het geheel van Topsporters en Begeleiders dat zich voorbereidt op eventuele deelname aan de Olympische Spelen en met wie NOC*NSF een overeenkomst Olympische Spelen Rio 2016 heeft gesloten;
TeamNL Rio 2016: het geheel van Topsporters respectievelijk Begeleiders dat zich heeft gekwalificeerd voor deelname aan de Olympische Spelen (en met wie NOC*NSF een overeenkomst Olympische Spelen Rio 2016 heeft gesloten) en vervolgens door NOC*NSF voor accreditatie bij OCOG is aangemeld;
(…)
Programma: het door de Bond, na overleg met NOC*NSF met het oog op de kwalificatie voor en deelname aan de Olympische Spelen, voor de Topsporter goedgekeurde trainings- en wedstrijdprogramma van de Topsporter;
(…)
Artikel 3 Regelgeving IOC, OCOG en WADA
1. De Topsporter erkent dat NOC*NSF, ook bij de uitvoering van deze overeenkomst, gebonden is aan internationale regelgeving van het IOC, OCOG en WADA en aan de faciliteiten zoals deze door OCOG tijdens de Olympische Spelen worden geboden.
(…)
4. De Topsporter handelt in overeenstemming met de in lid 1 bedoeld regelgeving, waaronder mede begrepen het Olympic Charter en de IOC Code of Ethics. (…)
(…)
II. NOC*NSF Regels voor de Topsporter
Artikel 4 Informatieverstrekking
1. Partijen verstrekken elkaar die informatie die zij tot hun beschikking hebben en waarvan zij weten of in redelijkheid moeten kunnen weten dat deze van belang is voor de andere Partij in het kader van de voorbereiding op en deelname aan de Olympische Spelen, waaronder mede begrepen image en/of publicitaire belangen van Partijen en Team NL (Rio 2016).
2. De informatieverstrekking van NOC*NSF aan de Topsporter geschiedt primair via de Bond, waarvoor de Bond een contactpersoon aanwijst. Na de Teamprestatie geschiedt de informatieverstrekking aan de Topsporter primair door NOC*NSF.
(…)
Artikel 6 Diverse inspanningen, gedragingen en verplichtingen
Voorbereiding op en deelname aan de Olympische Spelen
1. NOC*NSF spant zich zover als in haar vermogen ligt in de Topsporter optimale mogelijkheden te bieden zich voor te bereiden op de Olympische Spelen en, indien de Topsporter zich kwalificeert en wordt uitgezonden, hem/haar daaraan ook daadwerkelijk zo succesvol mogelijk te laten deelnemen.
2. NOC*NSF spant zich maximaal in ervoor te zorgen dat de Bond zijn verplichtingen zoals opgenomen in deze overeenkomst en in de overeenkomst die NOC*NSF met de Bond afsluit, welke is in te zien op www.nocnsf.nl, nakomt.
3. De Topsporter spant zich zoveel als mogelijk in om maximaal sportieve prestaties te leveren zowel ter voorbereiding op als tijdens de Olympische Spelen en geeft daartoe volledig en toegewijd en met een optimale sportieve inzet uitvoering aan het Programma.
Gedragingen
4. De Topsporter gedraagt zich op een zodanige wijze als van een goed lid van TeamNL (Rio 2016) verwacht mag worden, zowel tijdens de sportbeoefening als daarbuiten en neemt daarbij onder meer maar niet uitsluitend het gestelde in de IOC Code of Ethics in acht.
(…)
III NOC*NSF faciliteiten voor de Topsporter
(…)
Artikel 15 Verblijf tijdens de Olympische Spelen
(…)
2. NOC*NSF heeft een Awareness app laten ontwikkelen. De Topsporter wordt verzocht deze Awareness app met gps zoveel als wenselijk, doch in ieder geval als hij/zij buiten het Olympisch dorp is, aan te zetten.
(…)
4. De Topsporter verblijft – met inachtneming van het gestelde in artikel 16 lid 1 – tot het moment van de terugreis naar Nederland in het Olympisch dorp, tenzij anders is overeengekomen met de Chef de Mission.
IV Overige bepalingen
Artikel 20 Niet-naleving verplichtingen
1. NOC*NSF kan bij niet-naleving door de Topsporter van een of meer van in deze overeenkomst opgenomen verplichtingen, een of meer van de navolgende maatregelen nemen:
a. a) uitsluiting van deelname aan de Olympische Spelen;
b) verlies van (het recht op) de medaillebonus;
c) uitsluitend in geval van schending van die artikelen dan wel regels met betrekking tot associatie met Olympische symbolen en terminologie, marketing, media en publiciteit: het opleggen van een boete met een maximum van € 25.000,- per overtreding. De hoogte van de opgelegde boete is afhankelijk van de ernst van de schending en de draagkracht van de Topsporter.
2. Voordat NOC*NSF een besluit neemt over het al dan niet naleven van de in de overeenkomst opgenomen verplichtingen en het opleggen van een maatregel zoals bedoeld in lid 1 van dit artikel wordt de Topsporter altijd gehoord.
3. Indien de Topsporter zijn/haar verplichtingen uit deze overeenkomst niet, niet volledig of niet tijdig nakomt, is NOC*NSF tevens gerechtigd deze overeenkomst met onmiddellijke ingang tussentijds te beëindigen.
2.3.
[eiser] heeft op zaterdag 6 augustus 2016 de finale van maandag 15 augustus 2016 bereikt voor het toestel ringen.
2.4.
In de avond van 6 augustus 2016 (om 19:08 uur) heeft [eiser] het Olympisch dorp verlaten. Eerst is hij naar een locatie gegaan waar hij werd geïnterviewd door NOS en later naar het Holland Heineken House (hierna: HHH). De coach van [eiser] , [coach] , heeft [eiser] , nadat bekend was geworden dat [eiser] was gekwalificeerd voor de finale van de ringen, om 20:55 uur het volgende WhatsApp bericht gestuurd:
Gefeliciteerd!!!!
In reactie hierop heeft [eiser] geantwoord:
Yeah (….) jij ook (…) ben opweg naar HHH dan weet je dat!!!
Ben niet te laat terug
[coach] heeft als volgt gereageerd:
Ok ! Niet drinken en rond 12 thuis !!! Je zit nog gewoon in het toernooi en de wedstrijd !!!
Hierop heeft [eiser] gereageerd:
Ja ik zit nu net in taxi ik kom daar over 50 min aan! Dus wordt uurtje later ok (…)
Hierop heeft [coach] gereageerd:
En let op want noc nsf loopt daar ook rond !! Iedereen weet zo dat jij in hhh zit !!
[eiser] heeft vervolgens geappt:
Yes (…) thanx! Kom goed
[coach] heeft geantwoord:
We moeten morgen trainen !!! Ochtend van 9.30 tot 11 !! Dan komt het goed uit met nog 4 volle trainingen !
Diezelfde avond om 23:38 uur heeft [coach] [eiser] het volgende bericht gestuurd:
Laat effe weten wanneer je terug bent ? Ik zie je morgenvroeg wel !
2.5.
[eiser] is volgens de tijdregistratie van de security afdeling van het Olympisch dorp zondagochtend 7 augustus 2016 om 05:08 uur teruggekeerd in het Olympisch dorp. Die ochtend om 09:12 uur heeft [coach] [eiser] geappt:
Waar zit je ?
[eiser] heeft daar niet op gereageerd en is niet naar de training gegaan. Hij heeft geslapen en is omstreeks 15:00 uur opgestaan.
2.6.
Op maandag 8 augustus 2016 heeft het NOC*NSF na gesprekken met [eiser] en na intern beraad besloten dat [eiser] van verdere deelname aan de Olympische Spelen zal worden uitgesloten. Daarna heeft [prestatiemanager], coach van Olympisch coaches en prestatiemanager voor turnen bij NOC*NSF, [eiser] naar het vliegveld begeleid waar [eiser] met het vliegtuig naar Nederland is vertrokken.
2.7.
NOC*NSF heeft [eiser] daarna bij de Fédération Internationale de Gymnastique (hierna: FIG) afgemeld, waarna FIG de plaats van [eiser] in de ringenfinale aan een andere sporter heeft gegeven.
2.8.
De trainer van [eiser] , bondscoach KNGU senioren [coach] , heeft in een door hem op 11 augustus 2016 opgestelde verklaring onder meer het volgende verklaard:
Na de teamwedstrijd mannen op zaterdag 6 augustus ben ik in de turnhal gebleven om turners uit andere landen te bekijken. Daarvandaan heb ik [eiser] rond 21 uur een felicitatie berichtje gestuurd, omdat hij de individuele toetelfinale ringen gehaald. Daarop reageerde [eiser] dat hij op weg was naar het Holland Heineken Huis (HHH). Heb toen terug gereageerd dat hij niet moest drinken en op tijd thuis (in Olympisch Dorp) moest zijn. Ook gewaarschuwd voor het feit dat hij in HHH in openbare ruimte zit. Daarna nog een berichtje gestuurd dat hij de volgende ochtend (zondag 7 augustus) van 9.30 tot 11 uur moest trainen. Daarop heb ik geen reactie gehad. Ook op mijn berichtje dat hij even moest laten weten wanneer hij terug was heb ik geen reactie gehad.
Zondagochtend verscheen [eiser] niet op de training. Ik heb hem gebeld, maar kreeg hem niet te pakken. Daarop heeft [eiser] mij geappt en gezegd dat hij in bed ligt en morgen weer komt trainen. Via drie sporters ( [sporter 1] , [sporter 2] en [sporter 3] ) en de trainer/coach ( [trainer/coach] ) die in het appartement in het Olympisch Dorp zaten hoorde ik dat [eiser] om 15 uur uit zijn bed kwam en een onsamenhangend verhaal ophing en o.a. vertelde dat hij naar een club was geweest en Desperado’s ‘gesponsord’ kreeg en dat hij pas om 6 uur ’s ochtends thuis was. Hij vond dat dit moest kunnen. De drie sporters waren niet blij met dit gedrag van [eiser] .
Daarop ben ik naar [eiser] gegaan om te vragen wat er nu precies was gebeurd. Ik kreeg een vaag verhaal dat niet geheel overeen kwam met wat ik had gehoord van de sporters. Het was fysiek duidelijk aan [eiser] te zien en te merken aan zijn manier van praten dat hij het bont had gemaakt, die nacht.
3. Het geschil
3.1.
[eiser] vordert – na een wijziging van eis – dat de voorzieningenrechter
I. NOC*NSF primair beveelt al hetgeen in haar macht ligt om te bewerkstelligen dat [eiser] de finale op het toestel ringen van de Olympische Spelen Rio 2016 kan turnen, waaronder mede begrepen doch niet beperkt tot het tijdig en correct doen voeren op eigen naam van een procedure tegen het Internationaal Olympisch Comité en de Fédération Internationale de Gymnastique voor de Ad Hoc Divisie van het Court of Arbitration for Sports te Rio volgens het daarvoor geldende arbitragereglement voor toelating van [eiser] tot de finale,
II. NOC*NSF subsidiair beveelt alle medewerking te verlenen aan [eiser] voor een eventueel door hem te starten procedure voor de Ad Hoc Divisie van het CAS en hem daartoe alle relevante stukken tijdig en volledig ter beschikking te stellen alsmede bij wege van een voorschot op schadevergoeding ter dekking van zijn kosten van rechtskundige bijstand een bedrag te voldoen van € 20.000,00, althans een door de voorzieningenrechter in goede justitie te bepalen voorschot op schade vergoeding,
III. NOC*NSF beveelt [eiser] op haar kosten (business class of first class) naar Rio de Janeiro te doen vervoeren, zodat hij tijdig aanwezig kan zijn op genoemde finale en hem toe te laten tot de trainingen voor de finale op 15 augustus 2016,
IV. aan overtreding van de hiervoor onder I., II. en III. genoemde bevelen een dwangsom te verbinden van € 150.000,00 per overtreding te vermeerderen met € 120.000,00 per dag of dagdeel dat een overtreding voortduurt met een maximum van € 250.000,00 per overtreding, althans een door de voorzieningenrechter te bepalen dwangsom,
V. NOC*NSF veroordeelt in de kosten van het geding vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf de vijftiende dag na de datum van het te wijzen vonnis tot aan de dag van algehele voldoening.
3.2.
NOC*NSF voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
4.1.
Het spoedeisend belang is gegeven nu de desbetreffende finale op maandag 15 augustus 2016 plaatsvindt.
4.2.
Het gaat in dit kort geding in de eerste plaats om de vraag of het besluit van NOC*NSF om [eiser] uit te sluiten van verdere deelname aan de Olympische Spelen rechtmatig/vernietigbaar is. Bij de beantwoording van die vraag moet worden vooropgesteld dat NOC*NSF dit besluit heeft genomen op grond van de overeenkomst die tussen NOC*NSF en [eiser] is gesloten. In die overeenkomst zijn rechten en verplichtingen van beide partijen vastgelegd met betrekking tot voorbereiding op en deelneming aan de Olympische Spelen. Voor zover hier van belang is de kern daarvan dat NOC*NSF zich tegenover [eiser] heeft verplicht zich zo veel als in haar vermogen ligt in te spannen om [eiser] zo succesvol mogelijk aan de Olympische spelen te laten deelnemen (art. 6.1). Daartegenover staat dat [eiser] zich heeft verplicht zich te zullen inspannen om maximale sportieve prestaties te leveren en daartoe volledig en toegewijd en met optimale sportieve inzet uitvoering te geven aan het trainings- en wedstrijdprogramma (art. 6.3). In dat verband was [eiser] tevens verplicht zich te gedragen op een zodanige wijze als van een goed lid van TeamNL mag worden verwacht (art. 6.4). In art. 20 van de overeenkomst is verder vastgelegd dat als [eiser] zich niet aan die verplichtingen houdt NOC*NSF bevoegd is maatregelen te nemen zoals in dat artikel zijn omschreven. Die bevoegdheid heeft NOC*NSF dus op grond van wat in die overeenkomst met [eiser] is afgesproken. [eiser] is daarom op grond van de overeenkomst in beginsel verplicht de door NOC*NSF nodig geoordeelde maatregel tegen zich te laten gelden. Welke maatregelen NOC*NSF in geval van niet nakoming door [eiser] van zijn verplichtingen in de gegeven omstandigheden nodig acht, moet daarom in beginsel aan het oordeel van NOC*NSF worden overgelaten. Het is niet aan de rechter te bepalen of, en zo ja welke maatregelen nodig waren. De rechter kan alleen achteraf beoordelen of NOC*NSF in de gegeven omstandigheden in redelijkheid tot de genomen maatregel heeft kunnen komen. Daarbij past de rechter aanmerkelijke terughoudendheid. Alleen indien het naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn dat [eiser] aan het besluit van NOC*NSF zou zijn gebonden, is er plaats voor rechterlijk ingrijpen, zoals voor het geval van een bindende partij beslissing ook volgt uit art. 7:904 lid 1 in verbinding met art. 7:906 BW.
4.3.
Omtrent de gebeurtenissen die tot de maatregel hebben geleid, moet op grond van wat er uit de overgelegde verklaringen blijkt en wat er op de zitting is gezegd het volgende worden vastgesteld. [eiser] heeft op zaterdagavond 6 augustus 2016 om 19.08 uur het Olympisch dorp verlaten en is daar pas op zondagmorgen om 5.08 uur teruggekeerd. Dat blijkt uit de pasregistratie. Vast staat dat [eiser] toen naar NOS is vertrokken en daarna naar HHH is gegaan. Dat heeft hij zelf aan [coach] geappt. Uit de gevolgde appwisseling blijkt dat [coach] hem heeft gewaarschuwd niet te drinken en om 12.00 uur thuis te zijn met de waarschuwing dat ‘hij nog gewoon in het toernooi en de wedstrijd’ zit. Ook blijkt daaruit dat [eiser] is gewaarschuwd dat iedereen en ook NOC*NSF kon zien dat hij in HHH zit. Tenslotte heeft [coach] [eiser] gewaarschuwd dat hij de volgende morgen moest trainen van 9.30 uur tot 11.00 uur en dat dit paste in het trainingsprogramma. Vast staat verder dat [eiser] desondanks de volgende ochtend niet op de training is verschenen, in het appartement heeft liggen slapen en om 15.00 uur uit zijn bed is gekomen. Op een app van [coach] van zondagochtend 9.12 uur -kort voor de aanvang van de training om 9.30 uur- met de vraag waar hij zat, heeft [eiser] niet gereageerd. Het staat verder vast - [eiser] heeft dat zelf op de zitting verklaard- dat hij in HHH vier of vijf biertjes heeft gedronken. Wat er verder die nacht is gebeurd kan niet nauwkeurig worden vastgesteld. Vast staat wel dat [eiser] op enig moment in een nachtclub is geweest waar toen zijn vriendin en vrienden waren. Volgens [eiser] heeft hij na zijn bezoek aan HHH verder geen alcohol gedronken. Daartegenover staat de verklaring van [coach] dat hij van drie andere sporters en een trainer/coach in het appartement heeft gehoord dat [eiser] nadat hij om 15.00 uur uit bed kwam een onsamenhangend verhaal ophing en onder andere vertelde dat hij naar een club was geweest en Desperado’s ‘gesponsord’ kreeg. Verder heeft [coach] verklaard dat ‘het fysiek duidelijk aan [eiser] te zien en te merken aan zijn manier van praten (was) dat hij het bont had gemaakt, die nacht’. Dit laatste heeft [coach] dus uit eigen waarneming. De voorzieningenrechter heeft geen reden aan de juistheid van die verklaring omtrent hetgeen verschillende personen hebben waargenomen te twijfelen. [eiser] heeft niet gemotiveerd een verklaring ervoor gegeven dat en waarom het niet klopt of kan kloppen wat deze personen hebben waargenomen. Hij heeft van zijn kant geen schriftelijke verklaringen overgelegd van de personen met wie hij die nacht heeft doorgebracht over wat er is gebeurd om daarmee de lezing van de zijde van NOC*NSF te ontkrachten. Het moet er daarom voor worden gehouden dat [eiser] na het verlaten van HHH nog aanmerkelijk meer heeft gedronken en die nacht behoorlijk is doorgezakt.
4.4.
Het feit dat [eiser] op zondagochtend niet bij de training is verschenen, levert onmiskenbaar een tekortkoming op in de nakoming van zijn verplichtingen op grond van art. 6.3 van de overeenkomst. Het lijdt weinig twijfel dat [eiser] ervan op de hoogte had kunnen en behoren te zijn dat er op zondagochtend om 9.30 uur een training was en dat hij daar werd verwacht. [coach] heeft hem dat de avond tevoren speciaal in niet mis te verstane bewoordingen geappt. [eiser] heeft daarop niet gereageerd, maar dat hij daarvan geen kennis heeft genomen vindt de voorzieningenrechter niet erg aannemelijk. Deze app van [coach] was kennelijk het sluitstuk van de appwisseling van 20.55 uur die avond. Het ligt niet erg voor de hand dat het laatste bericht (in een reeks van waarschuwingen en instructies) dan niet meer wordt gezien. In ieder geval is het voor risico van [eiser] als hij daarvan geen kennis heeft genomen. Maar ook los hiervan had [eiser] op de voet van art. 6.3 van de overeenkomst als loyale en volledig toegewijde olympiër in de aanloop naar een finale op de hoogte behoren te zijn van die training en van het feit dat hij daarbij ook aanwezig diende te zijn, zoals alle andere turners die daar werden verwacht wel zijn verschenen en daarvan dus op de hoogte waren. Het is niet aannemelijk dat die daarvan pas op zaterdagavond allemaal afzonderlijk per appbericht op de hoogte zijn gebracht.
4.5.
Wat betreft de verplichting op grond van art. 6.4 van de overeenkomst zich als goed lid van TeamNL te gedragen zowel tijdens de sportbeoefening als daarbuiten, geldt het volgende. Het standpunt van [eiser] dat die bepaling alleen ziet op de periode van voorbereiding en niet op de periode, na kwalificatie, van deelneming aan de Olympische Spelen, moet worden verworpen. Die opvatting zou tot het ongerijmde resultaat leiden dat voorafgaande aan de Spelen van de topsporter gedrag als van een goed teamlid mag worden verwacht, maar tijdens de Spelen niet meer, terwijl ten zeerste voor de hand ligt dat gedrag als van een goed teamlid tijdens de Spelen eens te meer mag worden verwacht. Art. 6.4 kan in redelijkheid niet anders worden begrepen dan dat dit vereiste ook ziet op de periode van deelneming aan de Spelen. Voor de gedachte dat uit art. 6.4 van de overeenkomst volgt dat accreditatie bij OCOG niet meer door NOC*NSF ongedaan kan worden gemaakt, ontbreekt elk aanknopingspunt.
4.6.
Iets anders is wat gedrag op zodanige wijze als van een goed teamlid mag worden verwacht dan inhoudt. Niet vastgesteld heeft kunnen worden dat er, afgezien van de algemene en abstract geformuleerde normen in de IOC Code of Ethics, nauwkeurig en welomschreven gedragsregels zijn en dat, en zo ja op welke wijze, NOC*NSF die met de teamleden heeft gecommuniceerd. In aanmerking genomen dat wegens niet nakoming van de verplichtingen op grond van art. 6.4 NOC*NSF op grond van art. 20 van de overeenkomst de bevoegdheid heeft vergaande maatregelen te nemen jegens de topsporter, zou op dit punt zeker meer zorgvuldigheid van NOC*NSF verwacht mogen worden. Met het oog hierop zou tevoren verifieerbaar duidelijk moeten zijn welk gedrag wordt verwacht en welk gedrag niet wordt geaccepteerd. Het enkele feit dat [eiser] zonder toestemming het Olympisch dorp heeft verlaten en alcohol heeft gedronken (los van de hoeveelheid daarvan), kan daarom niet als schending van art. 6.4 van de overeenkomst worden beschouwd. Dat enkele feit zou ook in redelijkheid niet een maatregel van uitsluiting van deelname hebben kunnen rechtvaardigen. Maar die maatregel is ook niet op dat enkele feit gebaseerd zoals hierna zal blijken. Ondertussen betekent dit niet dat, ook indien dergelijke nauwkeurige en welomschreven gedragsregels ontbreken, aan art. 6.4 geen enkele betekenis toekomt. Voor zover redelijkerwijs mag worden aangenomen dat de topsporter op bepaalde punten behoort te weten en/of te begrijpen wat van hem mag worden verwacht, kunnen op niet nakoming van die verplichting ook maatregelen worden gebaseerd (afhankelijk uiteraard van de aard en de ernst van de gedragingen, waarover hierna meer). Dat geldt zeker voor zover het gaat om gedrag dat rechtstreeks van betekenis is voor de nakoming van de verplichtingen van art. 6.3 van de overeenkomst.
4.7.
De manier waarop NOC*NSF de gedragingen van [eiser] heeft opgenomen moet met inachtneming hiervan worden getoetst. Het niet verschijnen op een training kon NOC*NSF in de gegeven omstandigheden als een tamelijk ernstige tekortkoming van de nakoming van art. 6.3 opvatten. Het gaat hier om topsport. Om daarin werkelijk een topprestatie te kunnen leveren, moeten topsporters zich nu eenmaal ten zeerste gedisciplineerd houden aan een tamelijk rigide en nauwkeurig vastgesteld schema van trainingen, voeding, slaap en leefwijze. Art. 6.3 van het contract verlangt van de topsporter dat hij volledig en toegewijd en met optimale sportieve inzet uitvoering geeft aan het wedstrijd- en trainingsprogramma. Het ging hier om een training die klaarblijkelijk een onmisbaar onderdeel vormde in het schema van trainingen in de aanloop naar de finale. [eiser] was daarop nog speciaal gewezen door [coach] . Met datgene waartoe [eiser] volgens het contract verplicht was, verdraagt zich niet dat hij in plaats van naar de training te komen van 5.08 uur tot 15.00 uur in zijn bed lag en daar klaarblijkelijk een roes lag uit te slapen. Het voorafgaande gedrag, ondanks de nodige waarschuwingen, van een nacht doorzakken terwijl [eiser] midden in een trainings- en wedstrijdprogramma zat, verdraagt zich evenmin met de naleving van die verplichting. Daarbij geldt dat [eiser] de aanwijzingen en waarschuwingen van [coach] in het licht van zijn verplichtingen uit de artt. 6.3 en 6.4 van de overeenkomst niet zomaar kon negeren, zoals hij heeft gedaan.
4.8.
Hierbij moet in het oog worden gehouden dat het niet vrijelijk aan [eiser] was te doen en laten wat hij wilde en te bepalen wat wel en niet nodig en goed was. Aan het contract met NOC*NSF zitten rechten en verplichtingen. Door middel van dit contract maakt NOC*NSF het voor [eiser] mogelijk uit te komen op de Olympische Spelen en heeft NOC*NSF zich jegens [eiser] verplicht hem met alle faciliteiten en zorg te omringen om hem daadwerkelijk zo succesvol mogelijk te laten deelnemen. Daarop kan [eiser] jegens NOC*NSF aanspraak maken, maar daartegenover staat dan dat [eiser] jegens NOC*NSF van zijn kant verplicht is daaraan volledig, toegewijd en met optimale inzet mee te werken. Daarop kan NOC*NSF jegens [eiser] aanspraak maken. En dat NOC*NSF daarop ook werkelijk aanspraak maakt, is begrijpelijk gezien de investeringen die zij in de topsporter moet doen.
4.9.
De vraag resteert of NOC*NSF de maatregel van uitsluiting van deelname in de gegeven omstandigheden in redelijkheid heeft kunnen nemen. Voorop staat dat deze maatregel [eiser] bijzonder zwaar treft. Na jarenlange voorbereiding is hem de mogelijkheid op een Olympische finale ontnomen terwijl dat waarschijnlijk zijn laatste kans daarop was. Voor [eiser] is het missen daarvan ongetwijfeld een persoonlijk drama. Iedereen, inclusief NOC*NSF, had hem in die finale willen zien uitkomen. Met de terughoudendheid die bij de rechterlijke toetsing in een geval als dit moet worden betracht, kan echter niet worden gezegd dat NOC*NSF in redelijkheid niet tot deze maatregel heeft kunnen komen. Ten eerste was sprake van een niet nakoming van verplichtingen die NOC*NSF in de gegeven omstandigheden als ernstig kon opnemen (zie hiervoor). In aanmerking genomen het problematische verleden van [eiser] en het feit dat hij zelf te kennen gaf niet in te zien dat hij iets verkeerd heeft gedaan, is begrijpelijk dat NOC*NSF er geen vertrouwen meer in had dat [eiser] zich verder wel behoorlijk aan zijn verplichtingen zou houden. Daarbij komt, ten tweede, dat aannemelijk is dat de gedragingen van [eiser] en een acceptatie daarvan door NOC*NSF ondermijnend zouden zijn voor het moreel van de andere leden van het turnteam en voor het hele TeamNL. Elke topsporter zit in hetzelfde keurslijf van trainingen en een bepaalde leefwijze dat klaarblijkelijk noodzakelijk is voor een topprestatie en tot inachtneming waarvan hij ook jegens NOC*NSF contractueel is verplicht. Het is aannemelijk, zoals namens NOC*NSF is betoogd, dat het bepaald niet goed zou werken als een lid vrijelijk zegt en door zijn gedrag toont dat hij hieraan geen boodschap heeft. Ten derde is duidelijk dat er door het gebeurde tussen [coach] en [eiser] een complete vertrouwensbreuk is ontstaan. [coach] en NOC*NSF zijn klaarblijkelijk tot de conclusie gekomen dat die breuk niet meer viel te lijmen. Het is begrijpelijk dat NOC*NSF meende op deze manier met [eiser] niet verder te kunnen naar de finale. Namens [eiser] is nog wel bepleit dat [coach] dan maar moest vertrekken, maar dat miskent dat het tenslotte [eiser] is geweest die door zijn gedrag de vertrouwensbreuk met [coach] heeft bewerkstelligd en niet omgekeerd. Voor de suggestie van de raadsman van [eiser] dat [coach] een angstige trainer is die bang is om zijn baan te verliezen en daarom op het vertrek van [eiser] heeft aangestuurd, ontbreekt elke aanwijzing en elke onderbouwing. Onder deze omstandigheden kan niet worden gezegd dat de maatregel van uitsluiting in geen verhouding stond met de situatie die door toedoen van [eiser] is ontstaan. Het is mogelijk dat anderen in de gegeven omstandigheden tot een andere afweging waren gekomen dan de betrokkenen aan de kant van NOC*NSF hebben gemaakt, met minder -voor velen- teleurstellende gevolgen. Maar dat is niet de maatstaf.
4.10.
Los van deze inhoudelijke kant kan niet worden gezegd dat het besluit om [eiser] van verdere deelneming uit te sluiten onzorgvuldig is tot stand gekomen. Gedurende maandag 8 augustus 2016 is [eiser] tot twee keer toe gehoord, ook over het voornemen tot uitsluiting van deelname. Dat [eiser] daar niet de gelegenheid heeft gehad zijn verhaal te doen, kan niet worden vastgesteld. De verklaring van de deelnemers aan die gesprekken bieden grond aan de veronderstelling dat hij zijn verhaal daar wel heeft gedaan. Verder moet worden vastgesteld dat gedurende de gehele maandag de betrokkenen herhaaldelijk onderling beraad hebben gehad alvorens het besluit tot uitsluiting van deelname definitief is genomen. Er is geen reden om aan te nemen dat dit besluit lichtvaardig is genomen, wat ook niet voor de hand ligt omdat NOC*NSF er zelf ook belang bij had dat [eiser] wel in de finale zou kunnen uitkomen.
4.11.
Op grond van het voorgaande moeten de vorderingen worden afgewezen. [eiser] zal als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van NOC*NSF worden begroot op:
- griffierecht € 619,00
- salaris advocaat 816,00
Totaal € 1.435,00
5. De beslissing
De voorzieningenrechter
5.1.
wijst de vorderingen af,
5.2.
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de zijde van NOC*NSF tot op heden begroot op € 1.435,00.
Dit vonnis is gewezen door mr. R.J.B. Boonekamp en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. B.J.M. Vermulst op 12 augustus 2016. De overwegingen waarop dit vonnis stoelt zijn afzonderlijk vastgelegd op 15 augustus 2016.