Einde inhoudsopgave
Aanpassing van bijzondere wetten aan de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht (Aanpassingswet vierde tranche Awb)
Artikel 2
Geldend
Geldend vanaf 05-03-2009
- Bronpublicatie:
05-03-2009, Kamerstukken 2009, 31124 (uitgifte: 05-03-2009, kamerstukken: A)
- Inwerkingtreding
05-03-2009
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-03-2009, Kamerstukken 2009, 31124 (uitgifte: 05-03-2009, kamerstukken: A)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Algemeen
Indien het bij koninklijke boodschap van 22 juli 2004 ingediende voorstel van wet tot aanvulling van de Algemene wet bestuursrecht (Vierde tranche Algemene wet bestuursrecht) tot wet is of wordt verheven, wordt die wet als volgt gewijzigd:
- A.
In artikel I, onderdeel F, wordt aan artikel 5.0.1, derde lid, een volzin toegevoegd, luidende: Artikel 51, tweede en derde lid, van het Wetboek van Strafrecht is van overeenkomstige toepassing.
- B.
Artikel I, onderdeel I, wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Artikel 5.4.1.5 wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Het eerste lid komt te luiden:
1
Het bestuursorgaan legt geen bestuurlijke boete op indien tegen de overtreder wegens dezelfde gedraging een strafvervolging is ingesteld en het onderzoek ter terechtzitting is begonnen, dan wel een strafbeschikking is uitgevaardigd.
- 2.
In het derde lid, onderdeel a, wordt ‘zowel van strafvervolging als van toepassing van artikel 74 van het Wetboek van Strafrecht’ vervangen door: van strafvervolging.
- 2.
In artikel 5.4.1.6, tweede lid, wordt ‘twee’ vervangen door: drie.
- 3.
In artikel 5.4.1.8 vervalt de tweede volzin.
- Ba.
In artikel I, onderdeel P, wordt ‘artikel 8:74, eerste lid’ vervangen door ‘artikel 8:74, eerste en tweede lid’ en wordt vóór ‘vervangen’ ingevoegd: telkens.
- C.
Artikel IV wordt als volgt gewijzigd:
- 1.
Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.
- 2.
Toegevoegd wordt een tweede lid, luidende:
2
Artikel 5.4.1.5, eerste lid, is van overeenkomstige toepassing indien het recht tot strafvervolging is vervallen doordat is voldaan aan de voorwaarden die krachtens een wettelijk voorschrift zijn gesteld ter voorkoming van strafvervolging.