JWB 2003/28
Internationaal privaatrecht, betekening, dagvaarding, cassatie
HR 17-01-2003, ECLI:NL:PHR:2003:AF1568
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 januari 2003
- Zaaknummer
C02/273HR
- LJN
AF1568
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2003:AF1568, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑01‑2003
ECLI:NL:PHR:2003:AF1568, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑01‑2003
- Wetingang
Art. 56 lid 1 Rv; art. 56 lid 3 Rv; art. 63 lid 1 Rv; art. 9 EG-Betekeningsverordening; art. 19 EG-Betekeningsverordening
Essentie
Internationaal privaatrecht, betekening, dagvaarding, cassatie
Samenvatting
Casus
Bij een dagvaarding heeft de eiseres tot cassatie verweerders in cassatie aangezegd dat zij beroep in cassatie instelt tegen een tussen partijen gewezen arrest van het Hof. De eiseres heeft beide verweerders gedagvaard te verschijnen ter terechtzitting van de Hoge Raad. Beide verweerders zijn niet verschenen. De eiseres heeft gevraagd tegen hen verstek te verlenen.
Rechtsvraag
In cassatie staat de vraag centraal of in een internationaal geval door aan de procureur in de vorige instantie de dagvaarding te betekenen voldaan wordt aan de eisen die gesteld worden voor de grensoverschrijdende betekening. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.