JWB 2012/445
Burgerlijk procesrecht
HR 28-09-2012, ECLI:NL:HR:2012:BW9860
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
28 september 2012
- Zaaknummer
11/01596
- LJN
BW9860
- Vakgebied(en)
Recht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BW9860, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑09‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BW9860, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 28‑09‑2012
- Wetingang
Art. 128 Rv BES
Essentie
Burgerlijk procesrecht
Samenvatting
Casus
Verzoeker en verweerder zijn broers. Verweerder heeft gedurende enkele maanden huurpenningen geïnd van een bepaalde woning op Aruba. Op 18 december 2001 heeft verweerder van de gezamenlijke bankrekening van partijen Afl. 50.216,46 overgeboekt naar zijn eigen rekening. Op 21 december 2001 heeft verzoeker op laatstgenoemde rekening een bedrag van Afl. 30.000,-- gestort. Verzoeker vordert in deze procedure de veroordeling van verweerder tot betaling van een bedrag van Afl. 110.400,--. Hij heeft daaraan ten grondslag gelegd dat de hiervoor in 3.1 vermelde bedragen aan hem, verzoeker, toebehoren. De rechtbank heeft de vordering toegewezen tot een bedrag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.