Einde inhoudsopgave
Wet scheepsuitrusting 2016
Artikel 18
Geldend
Geldend vanaf 18-09-2016
- Bronpublicatie:
23-08-2016, Stb. 2016, 322 (uitgifte: 09-09-2016, kamerstukken: 34425)
- Inwerkingtreding
18-09-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-08-2016, Stb. 2016, 322 (uitgifte: 09-09-2016, kamerstukken: 34425)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Zeevervoer
Bestuursrecht algemeen / Toezicht
1.
Indien de markttoezichtautoriteit vaststelt dat scheepsuitrusting een risico vormt voor de maritieme veiligheid, de gezondheid of het milieu, neemt de verantwoordelijke marktdeelnemer:
- a.
alle passende corrigerende maatregelen om de betrokken scheepsuitrusting in overeenstemming te brengen met het bij of krachtens deze wet bepaalde, of
- b.
binnen een door de markttoezichtautoriteit vastgestelde redelijke termijn, die evenredig is met de aard van het risico, de betrokken scheepsuitrusting uit de handel of roept hij deze terug.
2.
De verantwoordelijke marktdeelnemer zorgt ervoor dat alle maatregelen, bedoeld in het eerste lid, onderdeel a, worden toegepast op alle betrokken producten die hij in de Europese Unie op de markt heeft aangeboden, of, afhankelijk van het geval, aan boord van Europese schepen heeft geplaatst of voor dergelijke plaatsing heeft geleverd.
3.
De markttoezichtautoriteit brengt de aangemelde instantie op de hoogte van de door de marktdeelnemer genomen maatregelen.
4.
Indien de verantwoordelijke marktdeelnemer niet of niet tijdig binnen de door de markttoezichtautoriteit gestelde termijn, bedoeld in het eerste lid, onderdeel b, doeltreffende corrigerende maatregelen neemt of op andere wijze verzuimt aan de verplichtingen gesteld bij of krachtens deze wet te voldoen, neemt de markttoezichtautoriteit alle passende voorlopige maatregelen om het aanbieden op de Nederlandse markt of het plaatsen aan boord van Nederlandse schepen van de betrokken scheepsuitrusting te verbieden of te beperken, dan wel de scheepsuitrusting uit de handel te nemen of terug te roepen.