NJB 2015/2063:Een belangenbehartiger van kwekersrechthebbenden verdenkt een zaadhandelaar ervan inbreuk te hebben gemaakt op kwekersrechten. Op verzoek van de belangenbehartiger zijn bescheiden van de zaadhandelaar in bewijsbeslag genomen. Nu vordert de belangenbehartiger in kort geding inzage in die bescheiden. HR: 1. Exhibitieplicht. Maatstaven. Degene die inzage, afgifte of uittreksel van bewijsmateriaal verlangt, dient zodanige feiten en omstandigheden te stellen en te onderbouwen dat voldoende aannemelijk is dat inbreuk op een IE-recht is of dreigt te worden gemaakt. Niet behoeft te zijn voldaan aan de mate van aannemelijkheid die is vereist voor toewijzing in kort geding van een op een (dreigende) inbreuk gebaseerde vordering. De formulering dat uit de door de eiser gestelde (en zo mogelijk gestaafde) feiten en omstandigheden een redelijk vermoeden van een (dreigende) inbreuk moet kunnen worden afgeleid, geeft geen blijk van miskenning van het voorgaande. Ingeval van een verzoek tot het in beslag mogen nemen van bewijsmateriaal kan de vereiste aannemelijkheid eerder aanwezig zijn dan wanneer het gaat om een verzoek of vordering tot het mogen inzien of het verkrijgen van afschrift of uittreksel van dat bewijsmateriaal. 2. Kwekersrechtelijk voorbehouden rechtshandeling. Te koop aanbieden. Van ‘te koop aanbieden’ is sprake indien het aanbod wordt gedaan onder het voorbehoud dat het desbetreffende materiaal pas geleverd kan worden na expiratie van het kwekersrecht. 3. Proceskosten. Success fee. Het met een urenspecificatie verantwoorde bedrag is redelijk en is hoger dan het gevorderde bedrag inclusief success fee