Einde inhoudsopgave
Besluit politiegegevens bijzondere opsporingsdiensten
Artikel 3 Autorisaties
Geldend
Geldend vanaf 01-01-2019
- Bronpublicatie:
06-12-2018, Stb. 2018, 496 (uitgifte: 24-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-01-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
06-12-2018, Stb. 2018, 497 (uitgifte: 24-12-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Financiën
Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
Ministerie van Defensie
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Bijzondere onderwerpen
Privacy / Verwerking persoonsgegevens
1.
De verantwoordelijke draagt zorg voor de autorisaties van de ambtenaren van politie die onder zijn beheer vallen voor de verwerking van politiegegevens met het oog op de uitvoering van de dagelijkse politietaak, bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de wet. Voor deze verwerking kunnen slechts worden geautoriseerd de ambtenaren van politie die zijn belast met taken of werkzaamheden op het gebied van de coördinatie van het informatieproces ter ondersteuning van een goede uitvoering van die taak.
2.
De verwerkingsverantwoordelijke kan voor specifieke vormen van de verwerking van politiegegevens een beroep doen op een persoon die onder zijn beheer valt en die geen opsporingsambtenaar is.
3.
In de autorisatie worden vastgelegd het onderwerp en de duur van de verwerking, de aard en het doel van de verwerking, het soort persoonsgegevens en de categorieën van betrokkenen.