Einde inhoudsopgave
Aanbestedingswet op defensie- en veiligheidsgebied
Artikel 3.5
Geldend
Geldend vanaf 16-02-2013
- Bronpublicatie:
28-01-2013, Stb. 2013, 44 (uitgifte: 15-02-2013, kamerstukken: 32768)
- Inwerkingtreding
16-02-2013
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
05-02-2013, Stb. 2013, 45 (uitgifte: 15-02-2013, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Bijzondere onderwerpen
Aanbestedingsrecht / Speciale sectoren
Aanbestedingsrecht / Algemeen
1.
De rechter kan besluiten een overeenkomst niet te vernietigen indien, alle relevante aspecten in aanmerking genomen, dwingende redenen van algemeen belang het noodzakelijk maken dat de overeenkomst in stand blijft.
2.
Bij de toepassing van het eerste lid, vernietigt de rechter een overeenkomst in ieder geval niet indien de gevolgen daarvan ernstig gevaar zouden opleveren voor het bestaan van een meeromvattend defensie- of veiligheidsprogramma dat essentieel is voor de veiligheidsbelangen van een lidstaat.
3.
Economische belangen mogen alleen als een dwingende reden als bedoeld in het eerste lid worden beschouwd indien vernietiging in uitzonderlijke omstandigheden onevenredig grote gevolgen zou hebben. Economische belangen die rechtstreeks verband houden met de betrokken overeenkomst, mogen evenwel geen dwingende reden als bedoeld in het eerste lid vormen. Zodanige belangen omvatten onder meer de kosten die voortvloeien uit vertraging bij de uitvoering van de overeenkomst, de kosten van een nieuwe aanbestedingsprocedure, de kosten die veroorzaakt worden door het feit dat een andere onderneming de overeenkomst uitvoert, en de kosten van de wettelijke verplichtingen die voortvloeien uit de vernietiging.