BNB 2015/231
Verzekeringsplicht Rijnvarende. Rijnvarendenverdrag versus Verordening 1408/71. Betekenis van door Luxemburg afgegeven E106-verklaring
HR 02-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:2904, m.nt. P. Kavelaars
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
2 oktober 2015
- Magistraten
Mrs. Feteris, Schaap, Fierstra, Groeneveld, Wortel
- Zaaknummer
14/05262
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
P. Kavelaars
- JCDI
JCDI:ADS922306:1
- Vakgebied(en)
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Bijzondere onderwerpen
Onbekend (V)
Belastingrecht algemeen (V)
Sociale zekerheid arbeidsongeschiktheid / Algemeen
Premieheffing / Verzekeringsplicht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:2904, Uitspraak, Hoge Raad, 02‑10‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 08‑05‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:548, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 21‑04‑2015
- Wetingang
Art. 11 lid 2 Rijnvarendenverdrag; art. 7 lid 2 onderdeel a Verordening 1408/71 inzake sociale zekerheid
Essentie
Verzekeringsplicht Rijnvarende. Rijnvarendenverdrag versus Verordening 1408/71. Betekenis van door Luxemburg afgegeven E106-verklaring
Samenvatting
Belanghebbende heeft de Nederlandse nationaliteit en woonde in 2009 in Nederland. Hij werkte in dat jaar aan boord van een binnenvaartschip dat werd geëxploiteerd voor rekening en risico van een in Nederland gevestigde BV. Belanghebbende was Rijnvarende in de zin van het Rijnvarendenverdrag. Tot 1 oktober 2009 was hij in dienst van een Luxemburgse vennootschap en daarna in dienst van een vennootschap op Cyprus. Het schip beschikte in 2009 tot 24 juli over een Rijnvaartverklaring, die de Nederlandse BV vermeldde als eigenaar van het schip en ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.