Rb. Noord-Nederland, 09-02-2015, nr. 18.730389-14
ECLI:NL:RBNNE:2015:523
- Instantie
Rechtbank Noord-Nederland
- Datum
09-02-2015
- Zaaknummer
18.730389-14
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:RBNNE:2015:523, Uitspraak, Rechtbank Noord-Nederland, 09‑02‑2015; (Eerste aanleg - meervoudig, Op tegenspraak)
- Wetingang
Uitspraak 09‑02‑2015
Inhoudsindicatie
De rechtbank Noord-Nederland heeft op 9 februari 2015 een man veroordeeld voor winkeldiefstal, verboden wapenbezit en een tweetal agressie delicten. De man was eerder voor vergelijkbare zaken door de strafrechter veroordeeld. Door de reclassering werd hij getypeerd als een man die op vrijwel alle leefgebieden ernstige problemen kent, waarbij drugsgebruik en agressie de boventoon voeren. Eerdere toezichten van de reclassering zijn mislukt. De rechtbank heeft de man een onvoorwaardelijke gevangenisstraf voor de duur van 6 maanden opgelegd.
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/730389-14
vonnis van de meervoudige kamer voor de behandeling van strafzaken d.d. 9 februari 2015 in de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte
[verdachte],
geboren op [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats].
Verdachte is niet verschenen; wel is verschenen mr. A.J. Admiraal, advocaat te Amsterdam, die verklaard heeft uitdrukkelijk tot de verdediging te zijn gemachtigd.
Het openbaar ministerie werd ter terechtzitting vertegenwoordigd door mr. B.A.C. Looijenstijn.
Tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
1.
hij op of omstreeks 3 oktober 2014 te [pleegplaats], op de openbare weg, te weten het[plein 1] aldaar, tezamen en in vereniging met een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening heeft weggenomen een tas (inhoudende onder meer een I-phone), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan [slachtoffer 1], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging
met geweld tegen [slachtoffer 2] (welke de tas van die [slachtoffer 1] had gevonden), gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke bedreiging met geweld bestond(en) uit:
- het (met kracht) trekken van voornoemde tas uit de hand(en) van die [slachtoffer 2] en/of
- het (met kracht en/of meermalen) duwen tegen het lichaam van die [slachtoffer 2] en/of
- het dreigen die [slachtoffer 2] te slaan en/of
- het slaan tegen het gezicht/hoofd, in elk geval het lichaam, van die [slachtoffer 2] en/of
- het (daarbij) (op dreigende en agressieve toon) roepen van de woorden: "Fucking kankerwijf" en/of "Crazy Chinese" en/of "Asian bitch", althans (telkens) woorden van gelijke (dreigende en agressieve) aard of strekking;
2.
hij op of omstreeks 27 september 2014 te [pleegplaats] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in/uit een winkelpand (gelegen aan of bij het [pad]) heeft weggenomen een doos chocolade (van het merk Merci), in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan Winkelbedrijf [Jumbo], in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte;
3.
hij in of omstreeks de periode van 21 oktober 2014 tot en met 23 oktober 2014 te [pleegplaats] in het bureau van politie (gelegen aan of bij de [weg]) opzettelijk en wederrechtelijk een matrashoes, in elk geval enig goed, geheel of ten dele toebehorende aan de politie Noord-Nederland/Fryslân, in elk geval aan een ander of anderen dan aan verdachte, heeft vernield en/of beschadigd en/of onbruikbaar gemaakt;
4.
hij op of omstreeks 9 oktober 2014 te [pleegplaats], op het perron/terrein van het (trein)station, aan of bij het [plein 2] (aldaar), [slachtoffer 4] (machinist bij het bedrijf Arriva) heeft mishandeld door deze opzettelijk mishandelend bij de keel/hals, in elk geval lichaam, en/of kleding vast te pakken en/of (vervolgens) vast te houden en/of (vervolgens) (met kracht) tegen het lichaam te duwen, waardoor deze ten val is gekomen en pijn heeft
ondervonden;
5.
hij op of omstreeks 23 oktober 2014 te [pleegplaats] (een) wapen(s) van categorie I onder 7°, te weten lucht-/veerdrukpistool (voorzien van op [opschrift]), zijnde (een) voorwerp(en) dat/die voor wat betreft zijn/hun vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoonde(n) met (een) vuurwapen(s)(te weten een pistool van het merk Smith & Wesson, type Model 645 DA, kaliber .45 ACP) voorhanden heeft gehad;
6.
hij op of omstreeks 5 augustus 2014 te [pleegplaats] (in of bij het (trein) stationsgebouw aan of bij het [plein 2])
A.
[slachtoffer 3] heeft bedreigd met
- verkrachting,
- feitelijke aanranding van de eerbaarheid,
immers heeft verdachte opzettelijk dreigend die [slachtoffer 3] de navolgende woorden (in het Papiaments (vertaald in de Engelse en/of Nederlandse taal) toegevoegd: "I will bang you till your vagina is broken untill you see blood and you cannot walk anymore." en/of "Dushi, whore, KOM, ik ga jullie neuken" en/of "Als je alleen bent, dan zal ik meer aan jou doen en zal je verkrachten.", althans (telkens) woorden van gelijke dreigende aard of strekking en/of
B.
opzettelijk beledigend [slachtoffer 3] in het openbaar mondeling de woorden (in het Papiaments (vertaald in de Engelse en/of Nederlandse taal) heeft toegevoegd: "Hoer, piece of shit, motherfucker, dirty whore." en/of "Whore, bitch, jullie doen er niet toe. Jullie moeder is een hoer, You're a piece of shit." en/of daarbij die [slachtoffer 3] opzettelijk beledigend in het
gelaat/gezicht heeft gespuugd;
In de tenlastelegging voorkomende schrijffouten of kennelijke misslagen worden verbeterd gelezen. De verdachte is hierdoor niet in zijn belangen geschaad.
Vordering officier van justitie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting gevorderd:
- veroordeling voor het onder 1., 2., 3., 4., 5. en 6. ten laste gelegde;
- oplegging van een gevangenisstraf voor de duur van vijftien maanden waarvan vijf maanden voorwaardelijk met aftrek van het voorarrest en met een proeftijd van drie jaren;
- toewijzing van de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] tot een bedrag van € 245,-- alsmede oplegging van de schadevergoedingsmaatregel voor voornoemd bedrag.
Beoordeling van het bewijs
Ten aanzien van het onder 1. ten laste gelegde feit.
Onder 1. wordt verdachte verweten dat hij door geweld en bedreiging met geweld een tas met inhoud heeft gestolen. Door de verdediging is vrijspraak bepleit, omdat verdachte niet het oogmerk had om zich de tas wederrechtelijk toe te eigenen.
Uit de stukken blijkt dat [slachtoffer 2] op 3 oktober 2014 in [pleegplaats] een tas met daarin een telefoon heeft gevonden. Ze spreekt de vriendin van verdachte aan en vraagt haar of de tas wellicht van haar is. De vriendin van verdachte geeft aan dat dit het geval is, maar ze is niet in staat om de pincode van de telefoon te geven. Hierdoor heeft [slachtoffer 2] het idee dat de tas niet van haar is en wil zij de tas niet aan haar afstaan. Even later komt verdachte met zijn vriendin bij [slachtoffer 2] en zegt dat de tas van zijn vriendin is en dat [slachtoffer 2] de tas moet afstaan. Vervolgens wordt de tas met geweld en bedreiging van geweld van [slachtoffer 2] afgenomen. [slachtoffer 1] doet diezelfde dag aangifte van diefstal van de tas met inhoud, omdat deze haar eigendom is.
Verdachte heeft bij de rechter-commissaris verklaard dat hij zijn vriendin hoorde schreeuwen tegen een andere vrouw en dat deze vrouw de tas van zijn vriendin niet terug wilde geven. Verdachte heeft vervolgens zijn vriendin geholpen en de tas van de vrouw afgepakt en aan zijn vriendin gegeven. Achteraf heeft hij van zijn vriendin vernomen dat de tas niet haar eigendom is. Deze verklaring van verdachte wordt bevestigd door de inhoud van de brief die door verdachtes vriendin is geschreven en aan de stukken is toegevoegd.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat het mogelijk is dat verdachte niet heeft geweten dat de tas met inhoud niet aan zijn vriendin toebehoorde en derhalve acht de rechtbank het oogmerk van verdachte op de wederrechtelijke toe-eigening niet bewezen. De rechtbank zal verdachte van het onder 1. ten laste gelegde vrijspreken.
Ten aanzien van het onder 3. ten laste gelegde feit.
Door de verdediging is vrijspraak bepleit van de onder 3. ten laste gelegde vernieling omdat verdachte de vernieling ontkent en niet kan worden bewezen dat verdachte iets met de vernieling te maken heeft gehad.
Uit de stukken blijkt dat door een bewaarder van de politie, [persoon 1], aangifte is gedaan van vernieling van een matrashoes die zich in een cel bevond. Hij heeft volgens zijn verklaring gehoord dat deze matrashoes is vernield in de periode dat verdachte in de cel -waarin deze matrashoes zich bevond- verbleef. De rechtbank is van oordeel dat, gelet op de verklaring die verdachte kennelijk ten overstaan van een bewaarder heeft afgelegd, onvoldoende is gebleken dat verdachte verantwoordelijk kan worden gehouden voor de vernieling van de matras. Daarbij wordt bovendien nog overwogen dat op grond van de foto's van de matrashoes niet vast te stellen is dat deze is vernield.
Gelet op het voorgaande zal de rechtbank verdachte vrijspreken van het onder 3. ten laste gelegde, omdat niet wettig en overtuigend bewezen kan worden dat verdachte een matrashoes heeft vernield of heeft beschadigd.
Ten aanzien van het onder 4. ten laste gelegde feit.
Door de verdediging is vrijspraak bepleit van de onder 4. ten laste gelegde mishandeling, omdat niet kan worden bewezen dat verdachte de persoon is die de mishandeling heeft gepleegd.
De rechtbank overweegt hieromtrent als het volgende.
Op 9 oktober 2014 is op het treinstation te [pleegplaats] een machinist van het bedrijf Arriva mishandeld.
Het dossier geeft melding van meerdere incidenten waarbij verdachte in de maanden augustus, september en oktober 2014 betrokken is geweest. Verdachte wordt hierbij telkens omschreven als een forse of stevige negroïde/donkere man die zeer agressief gedrag vertoont. Hij scheldt, duwt, slaat en spuugt anderen in het gezicht. Tevens draagt hij vaak sportkleding. Dit past bij de omschrijving van de persoon die op 9 oktober 2014 de mishandeling heeft gepleegd. Ook deze persoon was erg agressief, duwde en spuugde de machinist in zijn gezicht. Tevens heeft de rechtbank geconstateerd dat voornoemde omschrijving past bij de stilstaande camerabeelden van de dader die zich in het dossier bevinden. Uit deze beelden blijkt ook dat de dader sportkleding draagt.
De persoon die de mishandeling pleegde was in gezelschap van zijn blanke zwangere vriendin. Op basis van het dossier staat vast dat de blanke vriendin van verdachte ten tijde van de mishandeling zichtbaar zwanger was. Opvallend is dat verdachte deze zwangerschap bij meerdere incidenten zelf naar voren brengt. Hetzelfde werd ook gedaan door de persoon die op 9 oktober 2014 de machinist heeft mishandeld.
Het voorgaande in onderling verband en samenhang beschouwd acht de rechtbank buiten gerede twijfel wettig en overtuigend bewezen dat verdachte de persoon is die de mishandeling op 9 oktober 2014 heeft gepleegd.
De rechtbank past bij de beoordeling van het onder 2. 4. 5. en 6. ten laste gelegde de volgende bewijsmiddelen toe.
1.
De inhoud van een zaaksdossier, OPS-dossiernummer PL02R1-2014109409-1, gesloten op 17 november 2014, bestaande uit diverse processen-verbaal waaronder:
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0200-2014108530-1, d.d. 1 oktober 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [persoon 2]:
Ik ben werkzaam als hoofd veiligheidszaken bij de [Jumbo], gevestigd [pad] te [pleegplaats]. Ik bekeek de camerabeelden van 27 september 2014. Ik zag een manspersoon met een bruine huidskleur. Ik zag dat de man de Jumbo inging. Ik zag dat de man in beeld komt bij het snoepvak en dat hij een grote verpakking van een doos chocolade van het merk Merci een eind bij zijn broeksband in stopt.
Ik zag dat de man daarna zijn vest over de rest van de doos chocolade doet en vervolgens zonder af te rekenen langs de kassa loopt en de winkel verlaat. Naar aanleiding van deze winkeldiefstal heb ik contact opgenomen met [persoon 3] van Trigion Beveiliging. Desgevraagd deelde [persoon 3] mij aan de hand van de foto's die wij uitwisselden de naam van de verdachte mede. De naam is [verdachte], [geboortedatum].
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0200-2014108530-2, d.d. 16 oktober 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [persoon 3]:
Ik ben werkzaam als beveiliger voor beveiligingsbedrijf Trigion. Ik woon vanuit mijn functie de dagelijkse politie briefing van de binnenstad bij. [persoon 2] vertelde mij over het incident en stuurde mij foto's van de dader toe. Deze foto's betroffen screenshots van camerabeelden. Ik zag op deze foto's een negroïde manspersoon die ik meteen aan zijn gezicht herkende als een voor mij zeer bekende overlastpleger genaamd: [verdachte], [geboortedatum].
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0200-2014111820-1, d.d. 9 oktober 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer 4]:
Ik ben werkzaam als machinist bij de Arriva. Op 9 oktober 2014 bevond ik mij op het perron van het treinstation te [pleegplaats]. Ik werd aangesproken door een negroïde man en zijn blanke vriendin. Ik hoorde dat de man tegen mij begon te schelden. Ik zag dat de man hierna heel dicht tegen mij aan ging staan. Ik zag en voelde dat hij met zijn buik minimaal vijf keer een duwende beweging in mijn richting deed. Ik voelde dat hij daarmee mijn buik raakte. Ik werd door die duwen uit mijn evenwicht gebracht. Ik zag dat de man steeds bozer werd. Ik wilde weg en ik wilde de trein ingaan. Hij hield dit tegen. Hij ging steeds voor mij staan. Ik zag dat hij mij met opzet in mijn gezicht spuwde. De man pakte mij beet. Hierop zag en voelde ik dat hij mij met kracht op de grond gooide. Ik viel hard op de grond. Ik ben met mijn schouder op de grond gevallen. Ik voelde dat ik door dit geweld door mijn rug knakte. Ik voelde een hevige pijn in mijn rug.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0200-2014111820-6, d.d. 14 oktober 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [persoon 4]:
Ik zag en hoorde dat er een woordenwisseling was tussen een machinist van de Arriva en een passagier. Ik hoorde dat die man tegen de machinist schreeuwde. Ik zag dat die man heel dicht tegen die machinist aan ging staan. Ik zag toen dat die negroïde man die machinist met twee handen tegen zijn lichaam duwde. Hierna is over en weer een paar keer geduwd. Ik zag dat die man die machinist met twee handen bij de keel pakte en een paar stappen vooruit deed. Ik zag toen dat die machinist hierdoor op het perron viel, terwijl die man hem nog vasthield. Ik zag dat die machinist op zijn knieën op het perron zat. Ik zag dat die man hem bij de keel bleef vasthouden. Het leek alsof hij die machinist aan het smoren was. Ik zag dat die machinist hierna achterover op de grond viel en dat die man hem zelfs toen nog even bij zijn keel bleef vasthouden. Ik zag dat die machinist op een gegeven moment ook nog met zijn schouders en onderrug op de grond kwam.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0200-2014111820-8, d.d. 16 oktober 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant:
Naar aanleiding van een mishandeling heb ik de beelden bekeken die een getuige had gemaakt met zijn mobiele telefoon. Te zien was dat twee personen op het perron naar elkaar toeliepen. De eerste persoon (verdachte) was een getinte man. De tweede persoon was een medewerker van de spoorwegen en gekleed in uniform. Er was geschreeuw te horen. De beide personen raakten in gevecht waarbij de verdachte de medewerker van de spoorwegen vastpakte en enkele meters met zich meetrok. De medewerker van de spoorwegen verzette zich maar kon niet voorkomen dat de verdachte hem met geweld vasthield. Hierna stopten de beelden.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0200-2014111820-9, d.d. 20 oktober 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant:
Ik hoorde als [getuige 1]. [getuige 1] verklaarde onder andere dat de verdachte een negroïde man is en dat daar een blanke vrouw bij hoorde, waarvan de negroïde man zei dat deze enkele maanden zwanger was.
Ik hoorde [persoon 4] als getuige. [persoon 4] verklaarde onder andere over de dader dat dit een negroïde man is en dat deze een blanke vrouw bij zich had, waarvan de negroïde man zei: "dat is mijn vriendin, die is zwanger".
Het is mij ambtshalve bekend dat er in de afgelopen maand in [pleegplaats] een aantal berovingen hebben plaatsgevonden, waarbij als dader wordt gesproken over een negroïde man en een blanke vrouw die zwanger is. Met betrekking tot dit gegeven bestaat bij de politie het vermoeden dat het hier gaat om [verdachte], [geboortedatum] en [vriendin].
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL0200-2014109409-18, d.d. 21 oktober 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door daartoe bevoegde opsporingsambtenaren, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verdachte:
[vriendin] is mijn vriendin. Ze is op dit moment zwanger en we wonen samen in [woonplaats]. Ik heb in de woning een BB-gun liggen. Deze heb ik gekocht in Spanje.
2.8.
een ander geschrift, te weten een kennisgeving van inbeslagneming d.d. 27 oktober 2014 opgemaakt door [verbalisant], brigadier van politie Eenheid Noord-Nederland, -zakelijk weergegeven- onder meer inhoudende:
Op 23 oktober 2014 te [pleegplaats] onder [verdachte] in beslaggenomen een (imitatie) vuurwapen.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer 2014109409-A, d.d. 27 oktober 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant:
Op 23 oktober 2014 werd bij de [verdachte] te [pleegplaats], een op een vuurwapen gelijkend voorwerp aangetroffen. Het voorwerp is door mij nader onderzocht. Het voorwerp betreft een metalen lucht/veerdrukpistool, voorzien van [opschrift].
Het gas/luchtveerpistool vertoont voor wat betreft vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis met een bestaand vuurwarpen, namelijk een pistool, merk Smith & Wesson, type Model 645 DA, kaliber .45 ACP. Derhalve is dit een voorwerp een wapen in de zin van artikel 2 lid 1, categorie I onder 7 van de Wet wapens en munitie.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL02GL-20141085710-1, d.d. 7 augustus 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [slachtoffer 3]:
Op 5 augustus 2014 bevond ik mij met een vriendin op het treinstation aan het [plein 2] te [pleegplaats]. Ik hoorde dat een man mij aansprak. Ik wilde niets van hem weten. Hierop werd de man boos en begon te schelden. Hij zei onder andere: "Hoer, motherfucker, dirty whore". Deze woorden zei hij in het Papiaments. Ik liep door. Op een gegeven moment, terwijl de man scheldend met ons meeliep, heb ik mijn middelvinger naar hem opgestoken. Ik was boos. Hierop werd de man nog bozer. Hij zei: "Ik will bang you till your vagina is broken until you see blood en you cannot walk anymore". Hieruit maakte ik op dat de man mij wilde verkrachten. Ik werd erg bang. Uiteindelijk heeft de man mij en mijn vriendin in het gezicht gespuugd. Ik doe aangifte van bedreiging en van belediging door het spugen en schelden.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer PL02GL-20141085710-2, d.d. 12 augustus 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van [getuige 2]:
Op 5 augustus 2014 was ik met mijn vriendin [slachtoffer 3] op het treinstation te [pleegplaats]. Er kwam een man aan. Ik hoorde dat deze man tegen ons beiden zei: "Dushi, Whore, Kom ik ga jullie neuken". Hij zei dit in het Papiaments. Wij besloten om niet te reageren. Op een gegeven moment zag ik dat [slachtoffer 3] de man een middelvinger toonde. Hierop zag ik dat de man "crazy" werd. Ik hoorde dat hij daarbij zei: "Whore, Jullie moeder is een hoer". Dit ging steeds allemaal in het Papiaments. Ik zag dat hij ons beiden in het gezicht spuugde. Het spuug raakte [slachtoffer 3] in haar gezicht en mij op mijn haar. Ik hoorde dat de man tegen [slachtoffer 3] zei: "Als je alleen bent, dan zal ik meer aan jou doen en zal ik je verkrachten". Hij zei dat in het Papiaments.
een ambtsedig proces-verbaal, nummer 20141085710-A, d.d. 12 september 2014 opgemaakt in wettelijke vorm door een daartoe bevoegde opsporingsambtenaar, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven, als verklaring van verbalisant:
Op 12 september 2014 confronteerde ik als getuigenbegeleider de getuige, [slachtoffer 3], met een fotoselectie van twaalf personen. Ik zag dat de getuige bij het tonen van fotonummer zeven een beejte naar achteren schoof en daarbij haar wenkbrauwen licht optrok en direct zei "hmm…this one looks familiar". Vervolgens vroeg ik aan de getuige: "Was the person involved in the crime in the selection". De getuige antwoordde: "I think it's number seven".
Na afloop van de confrontatie deelde de confrontatieleider mij mede, dat de foto van de [verdachte] in de selectie op plaats zeven stond.
Redengeving bewezenverklaring
De rechtbank acht de in de bewijsmiddelen genoemde feiten en omstandigheden redengevend voor hetgeen hierna bewezen zal worden verklaard en de rechtbank heeft op grond daarvan de overtuiging bekomen dat verdachte het hierna bewezen verklaarde heeft begaan. Ieder bewijsmiddel is -ook in onderdelen- slechts gebruikt voor het bewijs van het feit waarop het blijkens zijn inhoud betrekking heeft.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht het onder 2., 4., 5. en 6. ten laste gelegde bewezen, met dien verstande dat:
2.
hij op 27 september 2014 te [pleegplaats] met het oogmerk van wederrechtelijke toe-eigening in een winkelpand, gelegen aan het [pad], heeft weggenomen een doos chocolade van het merk Merci, toebehorende aan Winkelbedrijf [Jumbo];
4.
hij op 9 oktober 2014 te [pleegplaats], op het perron van het treinstation, aan het [plein 2], [slachtoffer 4] (machinist bij het bedrijf Arriva) heeft mishandeld door deze opzettelijk mishandelend bij de keel/hals vast te pakken en vervolgens vast te houden en met kracht tegen het lichaam te duwen, waardoor deze ten val is gekomen en pijn heeft
ondervonden;
5.
hij op 23 oktober 2014 te [pleegplaats], een wapen van categorie I onder 7° van de Wet wapens en munitie, te weten een lucht-/veerdrukpistool voorzien van [opschrift], zijnde een voorwerp dat voor wat betreft zijn vorm en afmetingen een sprekende gelijkenis vertoont met een vuurwapen, te weten een pistool van het merk Smith & Wesson, type Model 645 DA, kaliber .45 ACP, voorhanden heeft gehad;
6.
hij op 5 augustus 2014 te [pleegplaats] bij het treinstationsgebouw aan het [plein 2],
A.
[slachtoffer 3] heeft bedreigd met
- verkrachting,
immers heeft verdachte opzettelijk dreigend die [slachtoffer 3] de navolgende woorden in het Papiaments en vertaald in de Nederlandse taal) toegevoegd: "KOM, ik ga jullie neuken" en/of "Als je alleen bent, dan zal ik meer aan jou doen en ik zal je verkrachten.", althans woorden van gelijke dreigende aard of strekking en
B.
opzettelijk beledigend [slachtoffer 3] in het openbaar mondeling de woorden in het Papiaments en vertaald in de Nederlandse taal heeft toegevoegd: "hoer" en/of "Jullie moeder is een hoer" en daarbij die [slachtoffer 3] opzettelijk beledigend in het gezicht heeft gespuugd.
De verdachte zal van het meer of anders ten laste gelegde worden vrijgesproken, aangezien de rechtbank dat niet bewezen acht.
Strafbaarheid van het bewezen verklaarde
Het bewezen verklaarde levert op:
2. diefstal;
4. mishandeling;
5. handelen in strijd met artikel 13, eerste lid, van de Wet wapens en munitie;
6. A. bedreiging met verkrachting en
B. eenvoudige belediging.
Deze feiten zijn strafbaar nu geen omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de strafbaarheid uitsluiten.
Strafbaarheid van verdachte
De rechtbank acht verdachte strafbaar nu niet van enige strafuitsluitingsgrond is gebleken.
Strafmotivering
Bij de bepaling van de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met de aard en de ernst van het bewezen en strafbaar verklaarde, de omstandigheden waaronder dit is begaan, de persoon van verdachte, het trajectconsult opgemaakt door het Nederlands Instituut voor Forensische Psychiatrie en Psychologie d.d. 27 oktober 2014 en het reclasseringsadvies opgemaakt door Verslavingszorg Noord Nederland d.d. 30 december 2014, het verdachte betreffende uittreksel uit de justitiële documentatie, alsmede de vordering van de officier van justitie en het pleidooi van de raadsman.
De rechtbank heeft in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan een winkeldiefstal, verboden wapenbezit en een tweetal agressie delicten. Beide laatstgenoemde feiten speelden zich af op klaarlichte dag op het treinstation van [pleegplaats]. Zonder enige aanleiding uitte verdachte zich beledigend naar twee -hem onbekende- vrouwen die op het station liepen, waarbij hij hen ook in het gezicht heeft gespuugd. Eén van hen heeft hij bovendien bedreigd met verkrachting. Uit de aangifte van het slachtoffer blijkt dat zij erg angstig is geworden door het handelen van verdachte.
De mishandeling was gericht tegen een machinist met wie verdachte een woordenwisseling kreeg omdat verdachte niet beschikte over een geldig vervoersbewijs. Verdachte heeft de machinist zo hard aangepakt dat deze met een pijnlijke val op de grond terecht kwam.
De rechtbank tilt zwaar aan deze feiten.
Verdachte is eerder voor vergelijkbare zaken door de strafrechter veroordeeld. Verdachte wordt in het over hem opgemaakte reclasseringsrapport getypeerd als een man die op vrijwel alle leefgebieden ernstige problemen kent, waarbij drugsgebruik en agressie de boventoon voeren. Gelet op eerdere mislukte toezichten en gezien ook de ontkennende houding van verdachte, heeft de reclassering geen plan van aanpak opgesteld en geen advies uitgebracht. Volgens de advocaat van verdachte zou verdachte inmiddels wel gemotiveerd zijn om hulp te aanvaarden via jeugdzorg omdat hij in de toekomst samen met zijn vriendin voor hun nog jonge kind wil zorgen.
Alles afwegend is de rechtbank van oordeel dat een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van enige duur op zijn plaats is. Nu de rechtbank verdachte van een tweetal feiten vrijspreekt is deze straf van een iets kortere duur dan de door de officier van justitie gevorderde straf.
Benadeelde partij
[slachtoffer 1] heeft zich voor de aanvang van de terechtzitting als benadeelde partij in het strafproces gevoegd door middel van indiening van het voorgeschreven formulier bevattende de opgave van een vordering tot vergoeding van door haar geleden schade ten gevolge van het aan verdachte onder 1. ten laste gelegde feit.
De rechtbank acht het feit waaruit de schade zou zijn ontstaan niet bewezen. De benadeelde partij zal derhalve niet ontvankelijk worden verklaard in haar vordering en kan de vordering slechts bij de burgerlijke rechter aanbrengen.
Toepassing van wetsartikelen
De rechtbank heeft gelet op de artikelen 57, 266, 285, 300 en 310 van het Wetboek van Strafrecht en de artikelen 13 en 55 van de Wet wapens en munitie, zoals deze artikelen golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
DE UITSPRAAK VAN DE RECHTBANK LUIDT:
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte onder 1. en 3. is ten laste gelegd en spreekt verdachte daarvan vrij.
Verklaart het onder 2., 4. 5. en 6. ten laste gelegde bewezen, te kwalificeren en strafbaar zoals voormeld en verdachte daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot:
Een gevangenisstraf voor de duur van zes maanden.
Beveelt, dat de tijd door de veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, bij de uitvoering van de opgelegde gevangenisstraf geheel in mindering zal worden gebracht.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan het bewezen verklaarde en spreekt verdachte daarvan vrij.
Benadeelde partij
Bepaalt dat de vordering van de benadeelde partij [slachtoffer 1] niet ontvankelijk is en dat deze slechts bij de burgerlijke rechter kan worden aangebracht.
Bepaalt dat deze benadeelde partij en verdachte de eigen kosten dragen.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.H.M. Dölle, voorzitter, mr. I.M. Dölle en mr. M. Brinksma, rechters, bijgestaan door D.P. Postma-Westerhof, griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 9 februari 2015.
w.g. | Dölle | VOOR EENSLUIDEND AFSCHRIFT |
Dölle | de griffier van de rechtbank Noord-Nederland, | |
Brinksma | locatie Leeuwarden, | |
Postma-Westerhof |
RECHTBANK NOORD-NEDERLAND
Afdeling strafrecht
Locatie Leeuwarden
parketnummer 18/730389-14
proces-verbaal van de in het openbaar gehouden terechtzitting van de meervoudige strafkamer in bovengenoemde rechtbank op 26 januari 2015
Tegenwoordig:
mr. A.H.M. Dölle, voorzitter,
mr. I.M. Dölle en mr. M. Brinksma, rechters, en
D.P. Postma-Westerhof, griffier.
Als officier van justitie is ter terechtzitting aanwezig mr. B.A.C. Looijenstijn.
De voorzitter doet de zaak tegen na te noemen verdachte uitroepen.
De voorzitter belast de oudste rechter met de leiding van het onderzoek.
De verdachte, genaamd:
[verdachte]
geboren op [geboorteplaats],
wonende te [woonplaats],
is niet ter terechtzitting verschenen.
De ter terechtzitting aanwezige raadsman van verdachte, mr. A.J. Admiraal, advocaat te Amsterdam, verklaart uitdrukkelijk door verdachte te zijn gemachtigd hem ter terechtzitting te verdedigen.
De rechtbank laat de advocaat tot de verdediging toe, zodat de zaak op tegenspraak wordt behandeld.
…………………
De oudste rechter verklaart het onderzoek gesloten en deelt mede, dat volgens de beslissing van de rechtbank de uitspraak zal plaatsvinden ter terechtzitting van maandag 9 februari 2015 te 13:00 uur.
Waarvan proces-verbaal, vastgesteld en ondertekend door de voorzitter en de griffier.