Einde inhoudsopgave
Regeling Europese EZK- en LNV-subsidies 2021
Artikel 5.3.120
Geldend
Geldend van 18-06-2024 tot 17-10-2027
- Bronpublicatie:
11-06-2024, Stcrt. 2024, 18999 (uitgifte: 17-06-2024, regelingnummer: WJZ/59107176)
- Inwerkingtreding
18-06-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
11-06-2024, Stcrt. 2024, 18999 (uitgifte: 17-06-2024, regelingnummer: WJZ/59107176)
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Bijzondere onderwerpen
Bestuursrecht algemeen / Subsidie
1.
Uitgaven voor investeringen in apparatuur en andere benodigdheden voor het gebruik van reststromen, zoals CO2-, aardwarmte- en restwarmtenetwerken en biogas, op teeltbedrijven zijn subsidiabel.
2.
Subsidiabel zijn:
- a.
installaties, waaronder interconnectoren en transportpijplijnen, benodigd voor het gebruik van energie en CO2 uit reststromen van derden;
- b.
kosten die verband houden met het aansluiten van het lid, de producentenorganisatie of dochteronderneming op de bron van de leverancier; en
- c.
in het geval van CO2, ook de kosten in verband met voorzieningen voor de (tijdelijke) opslag van CO2 op het teeltbedrijf. Bijvoorbeeld na aanvoer door vrachtauto’s of om uitval/storingen bij netwerken op te vangen.
3.
Niet subsidiabel zijn de uitgaven:
- a.
voor voorzieningen voor de distributie en regulering van warmte en CO2 in de kas; en
- b.
die verband houden met een vergistingsinstallatie op het bedrijf en biobranders voor de productie van restwarmte en biobrandstoffen.
4.
De producentenorganisatie overlegt bij de aanvraag tot subsidievaststelling aan de minister voor de uitgaven, bedoeld in het eerste lid, het leveringscontract tussen de producentenorganisatie, haar dochteronderneming of het lid en de leverancier.