Einde inhoudsopgave
Wet verplichte beroepspensioenregeling
Artikel 214fa Overgangsrecht premievrije voorzetting verzekeraar
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2023
- Bronpublicatie:
03-06-2023, Stb. 2023, 216 (uitgifte: 30-06-2023, kamerstukken: 36067)
- Inwerkingtreding
01-07-2023
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-06-2023, Stb. 2023, 218 (uitgifte: 30-06-2023, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Verzekeringsrecht / Pensioenrecht
1.
Indien het verwerven van pensioenaanspraken op grond van een uitkeringsregeling, kapitaalregeling of premieregeling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, zoals dat artikel luidde op de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen, wordt uitgevoerd door een verzekeraar, dan kan de verwerving vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen worden voortgezet indien voldaan wordt aan de voorwaarden uit het tweede lid. Bij toepassing van de eerste zin kan van artikel 28 worden afgeweken.
2.
Het verwerven van pensioenaanspraken, bedoeld in het eerste lid, kan worden voortgezet indien:
- a.
de pensioenaanspraken worden verworven als gevolg van premievrije voortzetting vanwege arbeidsongeschiktheid van de beroepsgenoot of gewezen beroepsgenoot, waarop recht bestaat nadat de arbeidsongeschiktheid 104 weken heeft geduurd of, indien er sprake is van een beroepsgenoot in loondienst, waarop recht bestaat na afloop van de periode, bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Ziektewet of, indien de beroepsgenoot of gewezen beroepsgenoot een uitkering uit hoofde van de Ziektewet ontvangt, na afloop van de periode, bedoeld in artikel 29, vijfde en tiende lid, van de Ziektewet; en
- b.
het recht op premievrije voortzetting vanwege arbeidsongeschiktheid is ingegaan:
- 1°
voor het tijdstip dat de verzekeraar overgaat op uitvoering van een gewijzigde beroepspensioenregeling als bedoeld in artikel 214g; of
- 2°
nadat de deelneming vanwege een individuele beëindiging van de deelneming voor afloop van de periode, bedoeld in onderdeel a, is beëindigd waarbij op het moment van einde deelneming de verzekeraar nog niet is overgegaan op uitvoering van een gewijzigde beroepspensioenregeling als bedoeld in artikel 214g en het recht op premievrije voortzetting uiterlijk op 31 december 2028 is ontstaan.
3.
Dit artikel is van overeenkomstige toepassing op de opbouw van pensioenaanspraken in een premieregeling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, zoals dat artikel luidde op de dag voorafgaand aan het tijdstip van inwerkingtreding van de Wet toekomst pensioenen, uitgevoerd door een premiepensioeninstelling waarbij premievrije voortzetting van deze opbouw vanwege arbeidsongeschiktheid van de beroepsgenoot of gewezen beroepsgenoot is verzekerd bij een verzekeraar. Bij deze verzekerde premievrije voortzetting voldoet de verzekeraar de verschuldigde premie aan de premiepensioeninstelling indien voldaan wordt aan de voorwaarden, bedoeld in het tweede lid.