RvdW 2020/406
Procesrecht. Door vof op eigen naam ingestelde vordering; vordering in reconventie tegen afzonderlijke vennoten mogelijk?; ambtshalve of op verzoek in geding roepen afzonderlijke vennoten (art. 118 Rv). Herkansingsfunctie hoger beroep; rechtsverwerking in procesrecht.
HR 20-03-2020, ECLI:NL:HR:2020:485
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 maart 2020
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, T.H. Tanja-van den Broek, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff
- Zaaknummer
18/05370
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Ondernemingsrecht / Personenvennootschappen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:485, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑03‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1331, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑11‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑12‑2018
- Wetingang
Essentie
Procesrecht. Door vof op eigen naam ingestelde vordering; vordering in reconventie tegen afzonderlijke vennoten mogelijk?; ambtshalve of op verzoek in geding roepen afzonderlijke vennoten (art. 118 Rv). Herkansingsfunctie hoger beroep; rechtsverwerking in procesrecht.
Samenvatting
Een reconventionele vordering kan slechts worden ingesteld tegen een processuele wederpartij. Nu in conventie uitsluitend de vof (verweerster in cassatie) partij was en niet tevens een of meer van haar afzonderlijke vennoten, kon de vordering van eisers in reconventie uitsluitend tegen de vof worden ingesteld en niet tevens tegen een of meer van haar afzonderlijke vennoten (HR 19 april 2019, NJ ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.