Einde inhoudsopgave
Verdrag betreffende minimum-normen van sociale zekerheid
Artikel 68
Geldend
Geldend vanaf 27-04-1955
- Bronpublicatie:
28-06-1952, Trb. 1953, 69 (uitgifte: 04-09-1953, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
27-04-1955
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
01-03-1963, Trb. 1963, 37 (uitgifte: 01-03-1963, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
International Labour Organization
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationale sociale zekerheid / Bijzondere onderwerpen
1.
Inwoners, die niet de nationaliteit van het Lid bezitten, moeten dezelfde rechten hebben als inwoners, die deze nationaliteit wel bezitten. Nochtans kunnen ten aanzien van uitkeringen of gedeelten van uitkeringen, welke uitsluitend of in hoofdzaak uit de openbare middelen worden bekostigd, alsmede ten aanzien van overgangsstelsels bijzondere bepalingen worden vastgesteld met betrekking tot vreemdelingen en tot eigen onderdanen, die buiten het grondgebied van het Lid zijn geboren.
2.
Ten aanzien van stelsels van sociale zekerheid, welke op premiebetaling berusten en welke gelden voor loontrekkenden, moeten beschermde personen, die de nationaliteit bezitten van een Lid, dat de uit het desbetreffende Deel van het Verdrag voortvloeiende verplichtingen heeft aanvaard, ten opzichte van dat Deel dezelfde rechten hebben als de eigen onderdanen van het betrokken Lid. Nochtans kan de toepassing van deze bepaling afhankelijk worden gesteld van het bestaan van een bilaterale of multilaterale wederkerigheidsovereenkomst.