RAV 2022/3
Affectieschade. Wanneer is sprake van ernstig en blijvend letsel?
HR 30-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1750
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
30 november 2021
- Magistraten
Mrs. V. van den Brink, M. Kuijer, T. Kooijmans
- Zaaknummer
20/02372
- Conclusie
A-G mr. D.J.M.W. Paridaens
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS635256:1
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Verbintenissenrecht / Schadevergoeding
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1750, Uitspraak, Hoge Raad, 30‑11‑2021
ECLI:NL:PHR:2021:642, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 29‑06‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑05‑2021
- Wetingang
Art. 6:107 lid 1 sub b BW
Essentie
Poging tot doodslag. Ernstig en blijvend letsel. Affectieschade.
Wanneer is sprake van ernstig en blijvend letsel? Heeft letsel invloed op benadeelde en partner?
Samenvatting
Verdachte in deze strafzaak heeft met een golfstick op het hoofd van het slachtoffer geslagen met het doel hem van het leven te beroven. Het slachtoffer heeft een impressiefractuur van de schedel opgelopen, waarvoor hij geopereerd moest worden. Bij het slachtoffer ontstond hierdoor een hersentrauma met als gevolg geheugenproblemen, concentratieproblemen, vermoeidheid en prikkelbaarheid. Het slachtoffer kon lange tijd niet werken. De levenspartner van het slachtoffer vordert als benadeelde in de strafrechtelijke procedure een vergoeding wegens ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.