NJ 1933, p. 925
Vrijheid van uitlegging der t.l.l. blijft behouden ook in rechtsgeding na verzet. Opruiing tot dienstweigering. Beteekenis van het ten onrechte aannemen van het nog bestaan van art. 95 Crim. Wetboek voor het krijgsvolk.
HR 20-03-1933, ECLI:NL:HR:1933:60, m.nt. Prof. Mr. B.M. Taverne
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
20 maart 1933
- Magistraten
Mrs. Jhr. Feith, Taverne, Schepel, Kirberger en de Menthon Bake.
- Zaaknummer
[20031933/NJ_1933,_p._925]
- Conclusie
Mr. Tak
- Noot
Prof. Mr. B.M. Taverne
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS103825:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1933:60, Uitspraak, Hoge Raad, 20‑03‑1933
- Wetingang
Essentie
Vrijheid van uitlegging der t.l.l. blijft behouden ook in rechtsgeding na verzet. Opruiing tot dienstweigering. Beteekenis van het ten onrechte aannemen van het nog bestaan van art. 95 Crim. Wetboek voor het krijgsvolk.
Samenvatting
Uit het bepaalde in art. 403 Sv. volgt, dat vrijheden die de Rechtb. of het Hof hebben met betrekking tot het rechtsgeding bij verstek, hun ook toekomen bij rechtsgeding na verzet. Daartoe behoort de vrijheid om de t.l.l. te lezen, zooals deze naar hun inzicht behoort te worden uitgelegd, en bij de bewezenverklaring met die uitlegging rekening te houden.
Geen enkel wettelijk voorschrift, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.