NJB 2018/1707
Samenhangende overeenkomsten. A levert installaties aan B, die ze doorlevert aan C. B heeft bedongen dat A niet rechtstreeks mag leveren aan C. A levert toch rechtstreeks aan C. Tussen B en C wordt geconstateerd dat daardoor hun samenwerking feitelijk is geëindigd. Is daarmee ook een einde gekomen aan de overeenkomsten tussen A en B? Hoge Raad: Het oordeel van het hof dat een einde is gekomen aan de overeenkomsten tussen A en B, kan niet gedragen worden door de enkele verwijzing naar de samenhang van die overeenkomsten met de overeenkomsten tussen B en C
HR 14-09-2018, ECLI:NL:HR:2018:1672
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
14 september 2018
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, C.E. du Perron, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
17/02713
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Verbintenissenrecht / Overeenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2018:1672, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 14‑09‑2018
ECLI:NL:PHR:2018:514, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑05‑2018
- Wetingang
(art. 6:213 BW)
Essentie
Samenhangende overeenkomsten. A levert installaties aan B, die ze doorlevert aan C. B heeft bedongen dat A niet rechtstreeks mag leveren aan C. A levert toch rechtstreeks aan C. Tussen B en C wordt geconstateerd dat daardoor hun samenwerking feitelijk is geëindigd. Is daarmee ook een einde gekomen aan de overeenkomsten tussen A en B? Hoge Raad: Het oordeel van het hof dat een einde is gekomen aan de overeenkomsten tussen A en B, kan niet gedragen worden door de enkele verwijzing naar de samenhang van die overeenkomsten met de overeenkomsten tussen B en C
Partij(en)
B, adv. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.