Einde inhoudsopgave
Reglement verpleging ter beschikking gestelden
Artikel 53 [Verlof. Machtiging]
Geldend
Geldend vanaf 01-09-2018
- Bronpublicatie:
21-06-2018, Stb. 2018, 211 (uitgifte: 05-07-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
01-09-2018
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-07-2018, Stb. 2018, 256 (uitgifte: 31-07-2018, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsomstandigheden en beroepsschade
Penitentiair recht / Algemeen
Penitentiair recht / TBS-inrichtingen
1.
Verlof als bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de wet, wordt in de navolgende vormen onderscheiden:
- a.
begeleid verlof;
- b.
onbegeleid verlof;
- c.
transmuraal verlof;
- d.
incidenteel verlof.
2.
Voordat het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden overgaat tot het verlenen van een vorm van verlof, bedoeld in het eerste lid, verzoekt deze Onze Minister schriftelijk een machtiging. De machtiging van Onze Minister kan mede omvatten het meermalen verlenen van de in het eerste lid onderscheiden verlofsoort. De machtiging wordt verleend voor de duur van een jaar. Ten behoeve van het verlenen van een nieuwe machtiging draagt de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden twee maanden voor het verlopen van de machtiging zorg voor een evaluatie aan Onze Minister. Een nieuwe machtiging wordt slechts verleend indien een evaluatie afgegeven is.
De machtiging vervalt:
- 1°
zodra de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde vierentwintig uur ongeoorloofd afwezig is, tenzij sprake is van overmacht, of
- 2°
zodra het openbaar ministerie aan het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden meldt dat de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde wordt aangemerkt als verdachte van een strafbaar feit waarvoor voorlopige hechtenis is toegelaten, begaan tijdens de tenuitvoerlegging van de terbeschikkingstelling met bevel tot verpleging van overheidswege of tijdens de opneming in de inrichting.
Het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden doet van een strafbaar feit als bedoeld in onderdeel 2° binnen een week aangifte bij een opsporingsambtenaar. Indien aan de ter beschikking gestelde ten aanzien van wie door het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden aangifte wordt gedaan, verlof is verleend, wordt dit verlof terstond ingetrokken door het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden. Het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden verleent geen verlof aan de ter beschikking gestelde ten aanzien van wie door het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden aangifte wordt gedaan, tot aan de mededeling van het openbaar ministerie als bedoeld in onderdeel 2°.
3.
Onze Minister kan de machtiging intrekken bij overtreding van de voorwaarden, gesteld bij het verlenen van verlof of indien feiten of omstandigheden bekend worden waardoor, indien deze ten tijde van het verlenen van de machtiging bekend waren geweest, de machtiging niet of niet in deze vorm zou zijn verleend. Onze Minister kan per inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden of afdeling daarvan alle verlofmachtigingen intrekken indien er aanwijzingen zijn dat zich bij die inrichting of afdeling een patroon voordoet van meerdere onttrekkingen of andere incidenten.
4.
Het verzoek van het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden komt tot stand na multidisciplinair overleg binnen diens inrichting.
5.
Het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden stelt in de huisregels een nadere procedure vast die voorafgaat aan het verlenen van verlof. In de huisregels wordt tevens een procedure opgenomen betreffende de wijze en de frequentie van controle op het verlof.
6.
Bij aanvang van het verlof ontvangt de ter beschikking gestelde of anderzins[lees: anderszins] verpleegde een verlofpas. Hierop staat in ieder geval het tijdstip van aanvang en einde van het verlof aangegeven.
7.
Er is een proef elektronisch volgsysteem als voorwaarde bij verlof. De proef is tijdelijk van aard en duurt ten hoogste zes jaar. Deelname aan deze proef geschiedt op vrijwillige basis. Bij ministeriële regeling worden regels gesteld over deze proef waaronder de doelgroep, de criteria en de rechtspositie van de ter beschikking gestelde.
8.
Onze Minister stelt nadere regels aangaande het verlaten van de inrichting bij wijze van verlof.