NJ 1934, p. 338
Lijfsdwang niet meer geoorloofd toen het arrest in hooger beroep werd gewezen (Wet 29 Dec. 1932, S. 676). Noodeloos aangewende kosten.
HR 15-12-1933, ECLI:NL:HR:1933:252
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 december 1933
- Magistraten
Mrs. Visser, van den Dries, van Gelein Vitringa, Polak, Servatius
- Zaaknummer
[151933/NJ_1934,_p._338]
- Conclusie
Tak
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS104238:1
- Vakgebied(en)
Archief (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:1933:252, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑12‑1933
- Wetingang
Essentie
Lijfsdwang niet meer geoorloofd toen het arrest in hooger beroep werd gewezen (Wet 29 Dec. 1932, S. 676). Noodeloos aangewende kosten.
Samenvatting
Het Hof had de door de Rechtb. uitgesproken uitvoerbaarverklaring van het vonnis bij lijfsdwang niet mogen handhaven.
Verweerster moet, door haar vordering in hooger beroep te handhaven, geacht worden de beslissing te hebben uitgelokt, doch eischers hebben het geding in cassatie noodeloos voortgezet, nu zij verweersters aanbod om de lijfsdwang niet toe te passen, niet hebben aanvaard. Eischers in de noodeloos aangewende kosten veroordeeld.
Partij(en)
1. J. F. Schoon, 2. J. A. M. Bakker, beiden ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.