RBP 2020/61
Uithuisplaatsing. Kan een verzoek om een deskundigenonderzoek alleen worden gedaan met het oog op contra-expertise tegen een onderzoeksrapport van de Raad voor de Kinderbescherming of de gecertificeerde instelling?
HR 29-05-2020, ECLI:NL:HR:2020:961
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
29 mei 2020
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
19/03395
- Conclusie
A-G mr. M.L.C.C. Lückers
- JCDI
JCDI:ADS229875:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Personen- en familierecht / Kinderbescherming
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:961, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 29‑05‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1370, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 20‑12‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑07‑2019
- Wetingang
Art. 810a lid 2 Rv
Essentie
Uithuisplaatsing. Deskundigenonderzoek.
Reikwijdte artikel art. 810a lid 2 Rv. Kan een verzoek om een deskundigenonderzoek alleen worden gedaan met het oog op contra-expertise tegen een onderzoeksrapport van de Raad voor de Kinderbescherming of de gecertificeerde instelling?
Samenvatting
Twee kinderen hebben formeel hun verblijfplaats bij hun moeder. Zij verblijven op grond van machtigingen tot uithuisplaatsing bij hun vader. De gecertificeerde instelling heeft verzocht de ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing van de kinderen te verlengen. De rechtbank heeft de verzoeken (deels) toegewezen. In hoger beroep verzoekt de moeder om drie door haar genoemde personen als deskundigen in de zin van ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.