NJB 2013/1784:Eenvoudige gemeenschap. Verdeling. A en B hebben een eenvoudige gemeenschap van een woning in verband met een onderling gemaakte bijzondere afspraak ter verkrijging van een woonvergunning. B verzoekt verdeling van de gemeenschap. HR: Het hof heeft geoordeeld dat A weliswaar in goederenrechtelijke zin voor de helft mede-eigenaar van het woonhuis was, maar dat, gelet op hetgeen tussen partijen was overeengekomen, B in zijn verhouding tot A in verbintenisrechtelijke zin als de enige rechthebbende met betrekking tot het woonhuis gold. Gelet daarop heeft het hof met juistheid de verdeling van de gemeenschap aldus vastgesteld dat het aandeel van A aan B wordt toegedeeld, zonder enige uitkering ter zake van overbedeling.