Einde inhoudsopgave
Verdrag van Wenen inzake consulaire betrekkingen
Artikel 58 Algemene bepalingen met betrekking tot faciliteiten, voorrechten en immuniteiten
Geldend
Geldend vanaf 19-03-1967
- Bronpublicatie:
24-04-1963, Trb. 1981, 143 (uitgifte: 03-07-1981, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
19-03-1967
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-04-1963, Trb. 1981, 143 (uitgifte: 03-07-1981, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Verdragenrecht
Internationaal publiekrecht / Diplomatiek en consulair recht
1.
De artikelen 28, 29, 30, 34, 35, 36, 37, 38, 39, 54, derde lid, en 55, tweede en derde lid, zijn van toepassing op consulaire posten die geleid worden door een honoraire consulaire ambtenaar. Bovendien worden de faciliteiten, voorrechten en immuniteiten van dergelijke consulaire posten beheerst door de artikelen 59, 60, 61 en 62.
2.
De artikelen 42 en 43, 44, derde lid, 45, 53 en 55, eerste lid, zijn van toepassing op honoraire consulaire ambtenaren. Bovendien worden de faciliteiten, voorrechten en immuniteiten van dergelijke consulaire ambtenaren beheerst door de artikelen 63, 64, 65, 66 en 67.
3.
De voorrechten en immuniteiten waarin dit Verdrag voorziet worden niet toegekend aan gezinsleden van een honoraire consulaire ambtenaar of van een consulaire beambte die werkzaam is bij een consulaire post die wordt geleid door een honoraire consulaire ambtenaar.
4.
De uitwisseling van consulaire koerierszendingen tussen twee consulaire posten die geleid worden door honoraire consulaire ambtenaren en gelegen zijn in verschillende Staten is slechts toegestaan met toestemming van de twee betrokken ontvangende Staten.