AB 2016/79
Drugsoverlastbepaling APV Rotterdam niet in strijd met Opiumwet.
HR 13-10-2015, ECLI:NL:HR:2015:3031, m.nt. J.G. Brouwer en A.E. Schilder
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 oktober 2015
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, Y. Buruma
- Zaaknummer
14/00749
- Noot
J.G. Brouwer en A.E. Schilder
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS922846:1
- Vakgebied(en)
Openbare orde en veiligheid / Algemene plaatselijke verordening
Staatsrecht / Decentralisatie
Horecarecht / Drugs
Horecarecht / Openbare orde
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:3031, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑10‑2015
ECLI:NL:PHR:2015:706, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 17‑02‑2015
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑07‑2014
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑06‑2014
- Wetingang
Essentie
Drugsoverlastbepaling APV Rotterdam niet in strijd met Opiumwet.
Samenvatting
Blijkens de toelichting op art. 3.3.4 APV Rotterdam 2008 strekt dit artikel ertoe te voorkomen dat gevoelens van onbehagen en onveiligheid bij het publiek ontstaan die worden veroorzaakt door het in het openbaar gebruiken van drugs. Met deze bepaling is dus het belang van de handhaving van de openbare orde gediend. Daartoe is — voor zover in cassatie van belang — strafbaar gesteld het op of aan de weg, op een andere voor het publiek toegankelijke plaats of in een voor het publiek toegankelijk gebouw middelen als bedoeld in de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.