RBP 2017/26
Prejudiciële procedure. Kan een prejudiciële vraag aan de Hoge Raad worden gesteld in verband met de PIP-problematiek?
Rb. Oost-Brabant 04-01-2017, ECLI:NL:RBOBR:2017:42
- Instantie
Rechtbank Oost-Brabant
- Datum
4 januari 2017
- Magistraten
Mr. E.J.C. Adang
- Zaaknummer
C/01/311082 / HA ZA 16-515
- JCDI
JCDI:ADS925719:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBOBR:2017:6091, Uitspraak, Rechtbank Oost-Brabant, 22‑11‑2017
ECLI:NL:RBOBR:2017:42, Uitspraak, Rechtbank Oost-Brabant, 04‑01‑2017
- Wetingang
Art. 392 Rv
Essentie
Prejudiciële procedure.
Kan een prejudiciële vraag aan de Hoge Raad worden gesteld in verband met de PIP-problematiek?
Samenvatting
Een patiënte vordert een veroordeling van het Jeroen Bosch Ziekenhuis in verband met een operatief geplaatste PIP-borstprothese. De gebruikte prothese was lek en is door middel van een nieuwe operatie verwijderd. In deze procedure, waarin patiënte schadevergoeding vordert van het Jeroen Bosch Ziekenhuis, verzoekt patiënte de rechtbank een prejudiciële vraag te stellen aan de Hoge Raad. De vraag ziet op de aansprakelijkheid van een zorgverlener voor gebrekkige hulpzaken. De rechtbank wijst het verzoek af.
Rb.: Patiënte wenst de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.