NJ 1973, 324
Rb. Groningen, 15-12-1972
Rb. Groningen 15-12-1972, ECLI:NL:RBGRO:1972:AC5279
- Instantie
Rechtbank Groningen
- Datum
15 december 1972
- Magistraten
De Sitter, Tielens, Heikens
- Zaaknummer
[1972-12-15/NJ_54214]
- LJN
AC5279
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBGRO:1972:AC5279, Uitspraak, Rechtbank Groningen, 15‑12‑1972
- Wetingang
BW art. 1902; BW art. 1903
Essentie
Bewijskracht bandopname.
Samenvatting
Een bandopname kan onder bepaalde omstandigheden als bewijs dienst doen. In ieder geval dient dan geen twijfel te bestaan omtrent de juiste weergave van hetgeen op de band is opgenomen.
In het onderhavige geval vindt de Rechtbank geen aanleiding de bandopname als bewijsmiddel door eiser te laten bezigen, omdat eiser niet uitdrukkelijk heeft gesteld, dat uit de bandopname zou kunnen blijken dat de verklaring van de enige door eiser voorgebrachte getuige op belangrijke punten onjuist is.
Partij(en)
Aldert Schut Gzn., te Winsum, eiser, proc. Mr. P. Dorhout,
tegen
P.W. Taselaar, te Uithuizen, gedaagde, proc. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.