Wet oorlogsstrafrecht
Einde inhoudsopgave
Wet oorlogsstrafrecht:Artikel 7 [Wederrechtelijke benadeling c.q. bevoordeling met gebruikmaking van middelen geboden door vijand]
Wet oorlogsstrafrecht
Artikel 7 [Wederrechtelijke benadeling c.q. bevoordeling met gebruikmaking van middelen geboden door vijand]
Geldend
Documentgegevens:
Geldend vanaf 01-05-1984
- Bronpublicatie:
10-03-1984, Stb. 1984, 91 (uitgifte: 01-01-1984, kamerstukken: 17524 )
- Inwerkingtreding
01-05-1984
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
21-04-1984, Stb. 1984, 129 (uitgifte: 01-01-1984, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Defensie
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Bijzondere onderwerpen strafrecht
Bijzonder strafrecht / Militair strafrecht en strafprocesrecht
Hij die in geval van oorlog opzettelijk gebruik maakt of dreigt te maken van macht, gelegenheid of middel hem door de vijand geboden, om een ander in zijn vermogen wederrechtelijk te benadelen of om zich of een ander wederrechtelijk te bevoordelen, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste vijftien jaren of geldboete van de vijfde categorie.
Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.