RvdW 2017/192
Verjaring rechtsvordering tot vernietiging rechtshandeling verricht onder invloed geestelijke stoornis in zin art. 3:34 BW; termijn. Bekrachtiging overeenkomst aangegaan in strijd met verbod van ‘Selbsteintritt’ van art. 3:68 BW.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
3 februari 2017
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron
- Zaaknummer
15/05423
- Conclusie
A-G mr. W.L. Valk
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Rechtshandelingen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:150, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 03‑02‑2017
ECLI:NL:PHR:2016:1077, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 28‑10‑2016
Beroepschrift, Hoge Raad, 11‑11‑2015
- Wetingang
Art. 1:234 lid 1, 1:381 lid 2, 3:32, 3:34, 3:52, 3:68, 3:69 BW
Essentie
Verjaring rechtsvordering tot vernietiging rechtshandeling verricht onder invloed geestelijke stoornis in zin art. 3:34 BW; termijn. Bekrachtiging overeenkomst aangegaan in strijd met verbod van ‘Selbsteintritt’ van art. 3:68 BW.
De verjaring van een rechtsvordering tot vernietiging van een rechtshandeling die is verricht onder invloed van een geestelijke stoornis als bedoeld in art. 3:34 BW, valt onder de restcategorie van art. 3:52 lid 1 aanhef en onder d BW.
Indien is gehandeld in strijd met het verbod van ‘Selbsteintritt’ van art. 3:68 BW is sprake van een geval waarin iemand ...