NJ 1991, 640
Rb. Zutphen, 12-07-1990
Rb. Zutphen 12-07-1990, ECLI:NL:RBZUT:1990:AC2594
- Instantie
Rechtbank Zutphen
- Datum
12 juli 1990
- Magistraten
Honig, Harreveld, Minnar
- Zaaknummer
[1990-07-12/NJ_65430]
- LJN
AC2594
- Vakgebied(en)
Onbekend (V)
Arbeidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RBZUT:1990:AC2594, Uitspraak, Rechtbank Zutphen, 12‑07‑1990
- Wetingang
BW art. 1639w lid 11; Rv (oud) art. 30; Rv (oud) art. 31; Rv (oud) art. 32; Rv (oud) art. 33; Rv (oud) art. 34; Rv (oud) art. 35; Rv (oud) art. 36; Rv (oud) art. 37; Rv (oud) art. 38; Rv (oud) art. 39; Rv (oud) art. 40; Rv (oud) art. 41; Rv (oud) art. 42
Essentie
Arbeidsovereenkomst. Ontbinding wegens gewichtige redenen. Wraking kantonrechter; ontvankelijkheid hoger beroep; essentiele vormen verzuimd.
Samenvatting
Wraking kantonrechter tijdens art. 1639w BW procedure. Voordat de rechtbank over deze wraking heeft beslist, geeft de kantonrechter verdere beschikkingen, in hoofdzaak en incident.
Weliswaar kent de wet niet expliciet schorsende werking toe aan het indienen van een akte van wraking, doch het beginsel van de onpartijdigheid van de rechter brengt met zich mee, dat een rechter zich alsdan dient te onthouden van verdere handelingen totdat door een rechterlijk college over de wraking is beslist.
Partij(en)
H.J. de Vos, te Diepenveen, appellant, ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.